BLOG: Beste John Heitinga

BLOG: Beste John Heitinga

admin • 15:49, 05-02-2016 / Laatste Update: 13:51, 12-12-2023

Beste John,

Kun jij je het EK in Portugal nog herinneren? Ik denk het wel. Het was je eerste grote eindtoernooi. Samen met clubmaatjes Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart zat je bij de selectie van bondscoach Dick Advocaat. Studio Sport bracht je voor een van de wedstrijden in beeld. Je liet je imponeren door de stilte van duizenden lege stoeltjes. Met ogen zo groot als penaltystippen keek je in het rond. Dit was het. Dit was jouw plek.

Het grote Amsterdam leek plotseling heel klein. In onze hoofdstad zorgde je in de eerste helft van de zero's voor lachende gezichten. Eens in de zoveel tijd kwam er een tuinkabouter op stelten achter Tomas Galasek opgedribbeld. Dat was jij. Lange benen, brede borst, puntmutsje van krulhaar, bolle neus en een glimlach die zelfs een verliespartij een beetje glans kon geven.

Want je was trots. Trots op het logo op je borst, trots op het rood-wit om je schouders. Ging volle bak in de strijd; vechten én voetballen was het recept. Daarin was je geen uitzondering. In de tijd dat jij bij Ajax doorbrak, stonden er elke week elf aanvoerders op het veld. Stekelenburg, Galasek, Trabelsi, Maxwell. Ga maar door. Jij droeg die band. Sneijder ook. Van der Vaart ook.

Jij werd groot, Van der Vaart groter en Sneijder stak met kop en schouders boven de rest uit.

Toch proef ik altijd een vleug sarcasme als mensen het over jou hebben.

Iedereen herinnert zich je foutjes – het lag nooit aan Ajax, het lag aan de scheidsrechter, tegenstander, het veld of aan Johnny Heitinga –, je blessureleed, keuzes die niet goed uitpakten en trainers die geen vertrouwen meer hadden.

Het waren allemaal nieuwe tinten zwart op een palet van duisternis.

Het afgelopen halfjaar moet helemaal de zuurste bef van je leven zijn geweest. Je verliet Ajax, de gevreesde topper, en kwam terug bij één van de te kloppen topploegen. Ik ging me weer op wedstrijden van Ajax verheugen. Want Heitinga kon gaan spelen. Was er ten minste íéts te beleven.

Ik had je zo graag willen helpen. 'S nachts bij je inbreken en stiekem een mini-motortje in je knieschijven monteren zo dat je weer wat snelheid had. Frank de Boer erop wijzen dat een opa achter een rollator sneller is dan jou én Christian Poulsen. Zijn rol had je zo kunnen overnemen. Alleen al om die passie weer terug in het spel van Ajax krijgen. Die strijd. Die no-nonsense. Die trots.

Want eerlijk is eerlijk: veel van de Ajax-voetballers spelen op dit moment met de bezieling van een vakkenvuller op vrijdagavond. Niemand kijkt meer zijn ogen uit zoals jij dat deed, voetballen voor Ajax lijkt tegenwoordig net zo vanzelfsprekend als boodschappen doen. Talenten worden op jonge leeftijd verminkt door talloze veren in hun reet en laten zich foppen door de harde, volwassen voetbalwereld. Dat was in jouw tijd wel anders.

In dat opzicht is jouw afscheid een brede, zwarte band op de onderarm van het vaderlandse voetbal.

Veel geluk in (en op) de toekomst,

Bram