)
)
)
)
)
)
Nederlandse hardlopers zijn steeds langzamer. Die trend is duidelijk zichtbaar bij de Zevenheuvelenloop in Nijmegen (15 kilometer). Maar ook bij marathons wordt de groep snelle lopers relatief kleiner. "Er lijkt echt iets aan de hand te zijn", zegt onderzoeker Maria Hopman.
In een trendonderzoek zijn de tijden vergeleken van de Zevenheuvelenloop van 1996 tot en met 2014. Meer dan 300.000 mannen en 100.000 vrouwen deden mee met de populaire hardloopwedstrijd in het heuvelachtige gebied rond Nijmegen.
Social media-generatie langzamer
Wat blijkt: álle leeftijdsgroepen zijn langzamer geworden (tot wel 8 minuten), maar de lage leeftijdsgroepen hebben meer snelheid ingeleverd dan de wat oudere hardlopers. De conclusie: 'De generatie die 20 jaar geleden liep was sneller dan de social media-generatie.'
"Dat het hele veld langzamer loopt, is goed te verklaren", zegt onderzoeker Maria Hopman van de Radboud Universiteit. "Hardlopen is populairder geworden. Daardoor zijn er meer recreatieve lopers en die zijn over het algemeen minder getraind en minder fanatiek."
Marathon onder de 3 uur
Toch lijkt er meer aan de hand. Dat is goed te zien aan de cijfers van marathons, onderzocht door Runner's World en de NOS. In 1981 voltooiden 1.600 à 2.000 lopers een marathon in Nederland, in 2014 waren dat er maar liefst 27.000. Daar zullen veel meer snelle mensen bij zitten, zou je zeggen.
Maar nu komt het: in 1981, het eerste jaar van de Marathon Rotterdam, finishten voor het eerst meer dan 400 Nederlanders binnen de 3 uur. Tegenwoordig zijn er ongeveer 15 keer zoveel marathonlopers, maar het aantal lopers dat de marathon binnen 3 uur aflegt, is nog net zo groot als in 1981.
Vreemde ontwikkeling
Volgens Hopman is dat vreemd. "Je zou verwachten dat er toch wel meer talenten tussen lopen. Het staat ook haaks op de ontwikkeling van de top. Die is alleen maar sneller geworden: er worden nog steeds wereldrecords verbroken. Bovendien worden marathons over het algemeen bloedserieus genomen door de deelnemers, net als de Zevenheuvelenloop trouwens."
(tekst loopt door onder foto, Marathon Rotterdam)
Slechtere motoriek van kinderen/jongeren
Dat jongeren minder snel zijn, heeft waarschijnlijk toch te maken met een slechtere motoriek, denkt Maria Hopman. Dat bevestigt Dorine Collard, bewegingswetenschapper bij het Mulier Instituut. Ze deed in 2010 promotie-onderzoek bij 2.000 basisschoolkinderen en daaruit bleek dat kinderen op kracht, lenigheid, snelheid en coördinatie minder goed scoorden dan de kinderen uit 1980.
"Het was exact dezelfde fitheidstest als in 1980. De kinderen van nu zijn motorisch minder vaardig dan de kinderen van toen", zegt ze samenvattend.
Meer voor de televisie
Die uitkomst is ook terug te zien in het uithoudingsvermogen bij kinderen en jongeren. Collard: "Een logische oorzaak is minder beweging en meer voor de televisie zitten. Daardoor gaat de motoriek in kwaliteit achteruit. En voor hardlopen heb je eigenlijk alle componenten wel nodig, maar vooral kracht, snelheid en lenigheid."
Dan komt de vraag: is het zorgelijk dat hardlopers door die slechtere motoriek steeds langzamer worden? Collard vindt van wel: ,,Bij het hardlopen zie je nu bijvoorbeeld heel veel mensen beginnen omdat ze toch wat willen bewegen. Maar die mensen komen uit een verleden met heel weinig beweging, dus die hebben echt goede training en begeleiding nodig als ze blessures willen voorkomen. Als je van weinig beweging naar heel veel beweging gaat, en je hebt minder motorische vaardigheden, is de kans op blessures 2 keer zo groot."
Langer blijven leven
Maria Hopman zegt dat je er op 2 manieren naar kunt kijken: "Onze algemene fitheid zegt iets over onze gezondheid en er is een relatie met 'langer blijven leven'. Toch denk ik niet dat we ons zorgen moeten maken om mensen die meedoen met de Zevenheuvelenloop of een marathon. Zij bewegen ten minste en doen dat waarschijnlijk het hele jaar door. We kunnen ons beter zorgen maken om de mensen die op de bank blijven liggen en helemaal niets doen."
Het is ook zeker nog niet hopeloos, denkt Dorine Collard: "Er is iets aan te doen. We moeten niet zomaar bewegen, maar onder goede begeleiding. Dat geldt voor de hele samenleving. Bij kinderen is het belangrijk dat ze weer goed bewegingsonderwijs krijgen, om de motoriek te verbeteren. Dan kunnen we het tij nog keren."
Door: Linsey Driessen en Stefan ten Teije
)
)
)
)
)
)
)
)