Chef de mission zeer tevreden over eerste olympische week TeamNL: 'Meer goud dan verwacht'
i

ANP

Chef de mission zeer tevreden over eerste olympische week TeamNL: 'Meer goud dan verwacht'

Martijn Baars • 11:31, 14-02-2022 / Laatste Update: 07:42, 12-12-2023

Carl Verheijen, chef de mission van TeamNL in Peking, is dik tevreden na de eerste week van de Olympische Spelen. "Ik geef ons een 8+. We staan er goed voor. Ik denk dat we nergens een gouden medaille hebben laten liggen”, vertelt hij aan de NOS.

"Wat mij betreft hebben we zelfs 2 gouden medailles meer dan voorspeld. Bij de relay shorttrack van zondag verwachten mensen misschien goud, maar die had ik echt niet opgeschreven.”

Mooiste moment?

Om er een favoriet moment uit te kiezen, vindt de Woudenberger lastig. "Wat Suzanne Schulting doet is heel erg knap. Of als je Ireen Wüst ziet winnen, de beste olympiër ooit. En Irene Schouten, met zoveel overmacht, en Kjeld Nuis. Er zijn nu al zoveel mooie momenten in het team. Het is heel erg lastig om daar een moment uit te pikken.”

Bijzonder brons Bos

Ook het historische brons van Kimberley Bos bij het skeleton noemt Verheijen onvergetelijk. "Kimberley ken ik al wat langer. Ze was er 10 jaar geleden bij op de jeugd Olympische Spelen, waar ik toen chef was. Dan is het extra bijzonder dat je met elkaar zo’n medaille mag vieren.”

Ploegenachtervolging zorgenkindje

Zorgenkindje lijkt voorlopig de ploegenachtervolging, waar Nederland bij zowel de vrouwen als de mannen in de kwartfinales een weinig overtuigende prestatie op het ijs legde. Met name Wüst, Schouten en Antoinette de Jong straalden in niets uit een hecht team te zijn. Dinsdag staan al de halve finales en finales op het programma.

'M'n handen jeuken soms'

Verheijen deed zelf als schaatser mee aan de ploegenachtervolging op de Olympische Spelen van 2006 in Turijn en is dus ervaringsdeskundige. "Soms jeuken mijn handen wel”, geeft hij toe. "Maar ik weet ook dat het in goede handen is. Hopelijk gaan we dinsdag 2 goede races zien en dan hoop ik ook op 2 finaleplekken.”