Mathieu van der Poel over strijd met Olav Kooij in EK-wegrit: 'Ik wil allereerst zélf winnen'
i

Mathieu van der Poel koerst tijdens het EK weer voor Nederland. Eerst voor zichzelf, maar als het moet ook voor Olav Kooij. ©Getty Images

Mathieu van der Poel over strijd met Olav Kooij in EK-wegrit: 'Ik wil allereerst zélf winnen'

19:48, 13-09-2024 / Laatste Update: 19:51, 13-09-2024

Mathieu van der Poel is de kopman van Nederland tijdens de wegrit op de EK wielrennen. Maar het parkoers in Belgisch Limburg maakt het twijfelachtig of Van der Poel het gaat afmaken op de streep. Hij moet het kopmanschap daarom delen met sprinter Olav Kooij.

Er zitten wat hellingen en heuvels in het parkoers, dus dat is een kolfje naar de hand van Van der Poel. Maar hij vreest dat het nét niet moeilijk zal zijn. "Het zal moeilijk worden op dit parkoers om kampioen te worden, maar er zijn altijd mogelijkheden. In een harde wedstrijd kan het wel. Het wegvallen van Wout van Aert is jammer, maar er zullen ook nu nog andere renners zijn die koers willen maken. De kans is groot dat het een sprint wordt, maar je weet maar nooit", zegt Van der Poel tegen De Telegraaf.

Sprinter Kooij helpen?

De kans is dus groot dat het een sprint wordt. En dan heeft Nederland met Kooij dus ook een troef in handen. Kan Van der Poel zich wegcijferen als alle ballen op Kooij moeten? "We zullen allebei onze kans krijgen. En ik wil mijn steentje bijdragen in de sprint. Als ik de benen heb zal ik deze keer Olav proberen te helpen te winnen, zoals ik dat anders bij Jasper Philipsen doe. Maar ik wil allereerst natuurlijk zélf winnen."

'Honger naar zege'

Maar Van der Poel wil vooral voor eigen kansen rijden. Hij rijdt immers nog maar een week in de wereldkampioenentrui van vorig jaar. In zijn voorbereiding in de Renewi Tour moest Van der Poel nog afstappen met knieproblemen. Hoe staat het daar nu mee? "Ik kwam tijdens die wedstrijd in de tijdrit met mijn knie tegen mijn stuur en wilde geen risico nemen de dag erna. Toen heb ik twee dagen niet gefietst, daarna ging het eigenlijk direct beter. Ik voel me goed. Ik heb nog wel honger naar de zege.”