Mathieu van der Poel begon zaterdag als titelverdediger aan Milaan-San Remo. Opnieuw het wielermonument winnen deed hij niet, maar de prijs bleef wel in de ploeg. Van der Poel hielp Jasper Philipsen aan zijn eerste klassieker. De Nederlander blikte na afloop tevreden terug op de race.
"Het doel was om te volgen", begon Van der Poel bij Eurosport. "Ik denk dat iedereen verwachtte een snelle Cipressa te krijgen, maar UAE was niet heel goed georganiseerd. Dus het was niet super, super zwaar", aldus de huidige wereldkampioen.
Het werk van UAE, of beter gezegd de poging tot, leverde niets op. De sprinters konden gemakkelijk volgen en dus ging kopman Tadej Pogacar er op de Poggio zelf maar vandoor. Van der Poel reageerde twee keer alert. "Het deed pijn om bij hem te geraken. Ik hoopte met hem naar de finish te gaan, alleen de benen waren ook niet supervers meer. In de afdaling zag ik Jasper en hij vertelde mij dat hij zich wel goed voelde, dus wist ik wat ik moest doen."
Knecht Van der Poel
Van der Poel gaf eerlijk toe zelf ook wel te kunnen sprinten. Toch hielp hij Philipsen. "We zijn eerlijk naar elkaar, als hij zegt dat hij goede benen heeft dan geloof ik hem en hij bewees het", sprak Van der Poel.
Het was voor de Nederlander de eerste race van het seizoen. "Voelde best goed, niet de benen die ik vorig jaar had. Maar desalniettemin trots dat we Milaan-San Remo twee keer op rij winnen met het team", sloot hij af.