Churandy Martina mocht bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Tokio de Nederlandse vlag dragen, samen met Keet Oldenbeuving. Het begon dus vrolijk voor de man die voor de 5e Zomerspelen op rij van de partij was, maar het eindigde in mineur: door een foute wissel werd hij met het estafetteteam gediskwalificeerd op de 4x100 meter.
Uit een overzichtje van De Telegraaf blijkt dat veel vlaggendragers deze eeuw olympische drama's beleefden. Kijk maar:
2002 - Nicolien Sauerbreij
De snowboardster kreeg verkeerde wax op haar snowboard gesmeerd. Dat ding voelde ineens aan als een vel schuurpapier. Sauerbreij was langzaam als smeltend sneeuw en kwam niet door de kwalificaties heen.
2008 - Jeroen Delmee
De hockeyer kwam met gouden plakken op zak naar China. De 3e kwam er niet, want in de troostfinale ging het mis tegen Australië. Delmee was woest: 'We zijn een stelletje sukkels die de laatste jaren niets hebben bijgeleerd."
2016 - Jeroen Dubbeldam
De paardenruiter ging naar Rio als 2-voudig wereldkampioen. Maar dat was in 2014, en 2 jaar later was alles anders: met de landenploeg werd hij 7e, in het individuele toernooi kwam hij in de barrage terecht en werd-ie 4e. Op 2 honderdste van een seconde.
2018 - Jan Smeekens
De schaatser was in Sochi nog 2e op de 500 meter en in 2017 werd hij de 1e Nederlandse wereldkampioen op de 500 meter. Dus in 2018 moest de overtreffende trap komen. Maar in Pyeongchang werd hij slechts 10e.
https://sportnieuws.nl/overig/olympische-spelen/churandy-martina-zet-vloek-van-nederlandse-olympische-vlaggendragers-voort/
)