Gouden coach Arie Koops over debacle op ploegenachtervolging: ‘Terug naar de tekentafel'
i

ANP

Gouden coach Arie Koops over debacle op ploegenachtervolging: ‘Terug naar de tekentafel'

Martijn Baars • 19:26, 15-02-2022 / Laatste Update: 10:09, 12-12-2023

We kunnen rustig spreken van een debacle als het gaat om de ploegenachtervolgingen bij het schaatsen op de Olympische Spelen. Waar de vrouwen nog een bronzen medaille wisten te veroveren, mogen de mannen naar huis met helemaal niets. Een flinke domper voor de schaatsers die goud als doel hadden.

Sportnieuws.nl sprak met olympisch kampioen Jochem Uytdehaage en met Arie Koops, de man achter het succes van de ploegenachtervolging op de Spelen van Sochi 2014. Zij leggen uit waar het volgens hun fout is gegaan en wat er beter kan en misschien wel moet.

Nederland 1 tegen Nederland 2

Uytdehaage heeft zelf ook wel eens een ploegenachtervolging gereden. "Niet op de Spelen, maar tijdens een World Cup. Dat was in de tijd dat het nog een pilot was." Hij rijdt dan in Calgary met Nederland 2 (Uytdehaage, Rintje Ritsma en Remco Oldeheuvel) tegen Nederland 1 (Carl Verheyen, Mark Tuitert en Erben Wennemars). "Jij begrijpt toch wel wie die wedstrijd won, hè?"

Dat was inderdaad Nederland 2, zogezegd. Volgens Uytdehaage veelzeggend. "Het is wel hét bewijs dat als je goed met elkaar afspreekt en goed op elkaar ingespeeld bent, dat je dus ook beter kunt scoren. Dat is iets wat je vandaag gezien hebt. De perfomance is meer dan alleen een optelsom van de individuen."

Ploeg uit balans

Of de huidige mannenploeg goed op elkaar ingespeeld is – of bij elkaar past – dat is waar Uytdehaage openlijk zijn twijfels over durft uit te spreken. "Ik vind ze qua schaatsstijl niet goed bij elkaar passen. Het zijn, ondanks dat het ploeggenoten zijn, totaal verschillende rijders en dat zie je ook wel terug op het ijs. Dat is wat me verbaast. Ze hebben minder excuses wat betreft voorbereiding. Ze hadden veel meer een machine moeten zijn."

'Vasthouden aan je keuzes en er voor gaan!'

In 2014 stond die machine er wel, volgens Arie Koops. De succescoach ziet echter nog meer verschillen. "Ik zie ook een verschil in tactiek, alleen weet ik niet waar dat op gebaseerd is. Als uit de analyses is gebleken dat ze hebben moet kiezen voor een andere strategie, dan moet je dat doen. Dus het is moeilijk om te zeggen van achter de televisie hoe dat dan wel moet", weet Koops.

"Het is net als bij voetbal. Iedereen zegt al jaren dat Ajax van het 4-3-3 systeem af moet stappen, maar zolang ze winnen, moeten ze dat lekker blijven doen. Op het moment dat ze weer een slechtere periode kennen, gaat iedereen natuurlijk weer roepen dat het aan 4-3-3 ligt. Soms moet je gewoon vasthouden aan een bepaalde strategie en keuzes die je maakt en ervoor gaan."

Rijders belangrijk

De voorbereiding op de ploegenachtervolging is volgens Arie Koops van groot belang. Toch is er 1 ding volgens de succescoach – momenteel werkzaam als algemeen directeur bij Sportcentrum VU in Amsterdam – nóg belangrijker. "Alles valt of staat uiteindelijk met de rijders die je hebt. Met Jan Blokhuijsen, Koen Verweij en Sven Kramer bij de mannen en Ireen Wüst, Jorien ter Mors, Lotte van Beek en Marrit Leenstra bij de vrouwen loog dat er in 2014 natuurlijk niet om", erkent Koops.

"Ik bedoel, de dames werden in die tijd 1 tot en met 4 op de 1500 meter. Dat is nog steeds geen garantie, maar wij hadden voor die groep een structuur bedacht en die werkte. Ze zullen nu ongetwijfeld ook iets hebben bedacht en dingen berekend hebben. Ik bedoel, ze reden bij de Europese kampioenschappen 4 weken geleden ook gewoon prima. Dus wat het nou op zo’n laatste moment is geweest, weet ik ook niet. Je moet gewoon super zijn op zo’n dag."

'Je moet echt de achtervolging willen rijden'

Uytdehaage: "Het kan inderdaad de voorbereiding zijn of de Nederlanders zijn fysiek gewoon minder goed. Dat durf ik ook wel te zeggen. Ik heb het idee dat de rijders van Team Jumbo-Visma gewoon minder goed waren dan ze van tevoren hadden bedacht", aldus 2-voudig olympisch kampioen.

"En dan kom je natuurlijk weer op de selectieprocedure. Ik vind dat als je echt wil presteren, je een team moet vormen met goede rijders. Rijders die het écht leuk vinden om de ploegenachtervolging te rijden en die ook bereid zijn om hier ontzettend veel tijd en energie in te investeren. Er echt voor te gaan en misschien wel individuele dingen ervoor op zij te zetten. Ik heb de indruk dat dit nu niet echt is gebeurd."

Niet alles aan het fysieke overlaten

Zomaar een medaille ophalen, is er niet bij, aldus Koops. "Toen niet en nu niet. Misschien hebben ze wel de beste strategie gekozen en zat er gewoon niet meer in. Zaak is wel dat we terug gaan naar de tekentafel. Eerst goed evalueren welke keuzes er gemaakt zijn en of die daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Dat moeten ze ook vooral met de rijders doen. Dan moeten ze daarna heel goed gaan kijken: wat kan er dan nog beter?", analyseert Koops.

"Dan kijken, dit hebben we gezien de afgelopen jaren gezien. Dit zijn de rijders voor de toekomst en dan kies je er geen 3, maar misschien wel 6 of 8 en daar ga je regelmatig dingen mee doen. Dat kan op het zomerijs, maar kan ook los van het ijs. Samen in gesprek gaan over strategieën bijvoorbeeld. Je kunt namelijk wel alles op het fysieke aan laten komen, maar er komt nog veel meer bij kijken."

Einde ploegenachtervolging?

Een andere groepsdynamiek dus. Samen achter de tekentafel, waardoor je ook samen meer naar elkaar toegroeit en een gezamenlijk doel nastreeft. "Betrek ook wetenschappers erbij. Die zijn er, want ze kunnen tegenwoordig ook de temperatuur van het ijs meten", verwijst Koops met een knipoog naar de rel rondom Nils van der Poel.

"Met rondetijden van verschillende ploegen kun je ook allerlei dingen doen. Daar kun je dan een plan opschrijven. Daar zet iedereen, coaches en rijders, dan hun handtekening onder en dan ga je ervoor", oppert Koops.

"Of je moet zeggen: leuk die ploegenachtervolging, maar daar doen we niet aan. We gaan gewoon met de beste 9 rijders naar de Spelen en daar kiezen we er wel 3 voor de achtervolging. We stoppen met aanwijsplaatsen en zien het wel. Dat is ook een keuze en dat is wel helder. Of je dat moet willen, is natuurlijk een andere zaak."