Alpine-rijder Fernando Alonso heeft zijn 7e plaats in de Grote Prijs van de Verenigde Staten in de Formule 1 van zondag moeten inleveren! Dit was nadat stewards een protest van het rivaliserende team Haas over de veiligheid van zijn wagen hadden toegekend.
Lees ook: Nog een record voor Max Verstappen in Austin, maar wel eentje samen met Lewis Hamilton
Haas had geklaagd over de wagens van Alonso (Alpine) en de als 4e geëindigde Sergio Pérez (Red Bull), die in de wedstrijd waren gebleven ondanks mankementen. Het protest tegen Pérez werd afgewezen, maar Alonso kreeg een tijdstraf van 30 seconden die hem deed zakken naar plaats 15.
Kapotte wagen
Volgens Haas verkeerde de auto van Alonso na een botsing in een onveilige staat omdat de rechterspiegel los zat. Deze viel er uiteindelijk af, zonder dat iemand daar last van had. Het Amerikaanse Haas voerde aan dat het dit seizoen al 3 keer een zwarte en oranje vlag had gekregen, waardoor een coureur gedwongen naar de pits had gemoeten.
"Een auto moet tijdens een race in een veilige staat verkeren, en in dit geval was auto 14 (Alonso) dat niet," meldden de stewards in een verklaring. "Dit is een verantwoordelijkheid van het Alpine-team." Door het wegvallen van Alonso belandde Sebastian Vettel (Aston Martin) op de 7e plaats.
Hoe dan?
De beschadiging aan de auto van Alonso was het gevolg van een botsing in de 22ste ronde met Vettels teamgenoot Lance Stroll. Die kreeg de schuld van de aanrijding en moet volgende week in de GP van Mexico 3 plaatsen inleveren in de startopstelling. Alonso en Stroll zijn volgend jaar teamgenoten bij Aston Martin.
De auto van Pérez was al in de beginfase beschadigd. Red Bull had daar zelf op gewezen en duidelijk gemaakt dat er geen onderdelen meer konden afbreken.