De Nederlandse sportorganisatie NOC*NSF heeft een studie verricht naar de positie van trans vrouwen in de sportwereld. Het advies is dat sportbonden diepgaand moeten nadenken over het wel of niet toelaten van trans vrouwen aan topsportwedstrijden voor vrouwen.
De organisatie verrichte een literatuurstudie van drie jaar naar trans vrouwen in de topsport. Medisch directeur Maarten Moen van de nationale sportkoepel zegt bij Nieuwsuur dat "het er sterk op lijkt" dat de prestatie van een vrouw na transitie beter blijft dan die van de "gemiddelde vrouw".
"Dat is zo'n belangrijk gegeven dat we er niet omheen kunnen", aldus Moen. NOC*NSF heeft daarom een handreiking opgesteld voor de sportbonden om zelf een besluit te nemen over de deelname van trans vrouwen.
Kracht
"Het zou kunnen betekenen dat trans vrouwen wellicht niet in de vrouwencategorie mee kunnen doen", aldus Moen bij Nieuwsuur. "Wellicht is dat bij een aantal sporten het geval." Volgens de medisch directeur gaat het dan vooral om sporten waarbij kracht een grote rol speelt.
Moen noemt het "een heel complex onderwerp", door "alle gevoelens en sentimenten" die erbij spelen. Maar volgens hem gaat het om "de inhoud".
Prestatiewaarden
Moen heeft het in gesprek met de NOS over bepaalde prestatiewaarden die bij trans vrouwen beter zijn ontwikkeld dan bij biologische vrouwen. Sommige van die waarden nemen bij trans vrouwen na de transitie af. Door het onderdrukkvan testosteron worden er lagere scores behaald op bijvoorbeeld spierkracht, spieromvang en rode bloedcellen. Maar: "De waarden die afnemen, blijven steken op een waarde die hoger ligt dan bij de gemiddelde vrouw." En andere prestatiewaarden nemen niet af.
Toch rollen er dus geen stevige en eenuidige conclusies uit het literatuuronderzoek. Per sport, per sporter en per casus zal bekeken moeten worden wat wijsheid is. "Per sport moet dus worden bekeken of dat gat tussen trans vrouwen en cis vrouwen te dichten is", zo formuleert Moen het. Dit wel in het besef dat er bij spierkracht factoren meespelen als muscle memory. "Omdat die spieren al eerder hebben kennisgemaakt met testosteron, is het makkelijker om nieuwe spiervezels op te bouwen als er een nieuwe krachtprikkel komt."
)