Tadej Pogacar noemde het een "heftig dagje", maar besefte ook dat de 16e etappe van de Tour de France dinsdag maar een voorproefje was op wat er komen gaat. "Dit was ook een goede test voor de komende dagen. De benen zijn goed voor de rit naar Saint-Lary-Soulan. Dat wordt de zwaarste dag in deze Tour", voorspelde de Sloveense geletruidrager van UAE-Team Emirates.
Woensdag ligt de finish, na onder meer de Col de Peyresourde, op de top van de Col du Portet. Het is een klim van de buitencategorie. Donderdag is de aankomst in Luz Ardiden na een al even zo zware slotklim. "Ik heb beide ritten eerder al verkend. Ik ken de klimmen. Soms denk ik dat het beter is dat ik ze nog niet had gezien", zei Pogacar met enige vrees in zijn stem. "Maar bezorgd ben ik niet. Het wordt gewoon zwaar."
Dinsdag leek het lang een rustig dagje te worden voor de geletruidrager, met voor het klassement onbelangrijke renners ver vooruit. Pas in de slotfase werd het tempo, met name door de Belg Wout van Aert, opgestuwd. Pogacar: "Ik weet eerlijk gezegd niet wat ze van plan waren. Het leek trouwens misschien een rustige dag, maar zeker de eerste 2 uur ging het hard. Het was pittig. Toen ze zo versnelden ben ik gewoon gevolgd. Je ziet dat er altijd iets kan gebeuren, in de bergen, maar ook als het niet omhoog gaat. Ik moet altijd geconcentreerd en gefocust zijn. Dat is wielrennen."