11 Cubaanse voetballers die in het buitenland voetballen, mogen eindelijk voor de nationale ploeg uitkomen. Onder de voormalige Cubaanse leider Fidel Castro mochten er een hoop dingen niet. Het professioneel beoefenen van een sport, bijvoorbeeld.
Hoe zit het precies? Castro verbood professionele sportbeoefening tussen 1961 en 2006. De enige manier voor getalenteerde atleten om in het buitenland fulltime contracten te tekenen, was het vaderland te ontvluchten. Die jongens mogen nu dus voor het eerst voor de nationale ploeg uitkomen.
Het gaat om 11 Cubaanse voetballers die actief zijn in Engeland, Canada, Spanje, San Marino, Costa Rica, Brazilië, Guatemala, Dominicaanse Republiek en Honduras. De andere 15 geselecteerde spelers komen voor clubs in Cuba uit.
Regime
Met het besluit om voortaan spelers uit buitenlandse competities toe te laten tot de nationale voetbalselectie wil het Cubaanse regime onder meer het aantal overlopers terugdringen en de prestaties van het nationale elftal verbeteren. Cuba speelt eind deze maand WK-kwalificatiewedstrijden tegen Guatemala en Curaçao, de ploeg van bondscoach Guus Hiddink.
)