Hopelijk hebben voetbalfans die zondag de Klassieker hebben gekeken even later naar Tottenham Hotspur tegen Liverpool gezapt. Die wedstrijd bevatte alles wat voetbal zo mooi maakt. Kansen over en weer, blunders, veel strijd en bovenal doelpunten: 2-2.
De toon was eigenlijk vrijwel direct gezet. Liverpool begon fel, maar daarna was het de beurt aan de Spurs. Via aanvoerder Harry Kane kwam de thuisploeg voorsprong: 1-0. Daarna vergat Tottenham Hotspur eigenlijk de marge te vergroten.
Gelijkmaker uit het niets
Doelpuntenmaker Kane ontsnapte overigens aan een rode kaart. Hij schopte Andy Robertson ondersteboven: geel. Diezelfde Robertson was even later verantwoordelijk voor de gelijkmaker van Diogo Jota. De Schot zette goed door en bediende de Portugees, die op zijn beurt knap raak kopte: 1-1. Liverpool schreeuwde voor de thee nog om een strafschop, maar de scheids vond het niets.
Goal, blunder en rood
Na de pauze ging het weer op en neer, net als voor rust. Toch duurde het even voordat al het vuurwerk begon. Liverpool kwam na 70 minuten op voorsprong. Robertson scoorde op aangeven van zijn grote vriend aan de andere kant, Trent-Alexander Arnold. Bij die goal dacht heel het stadion aan hands van Mo Salah, alleen de VAR keurde het doelpunt gewoon goed.
Lang kon Liverpool niet genieten van de voorsprong. Doelman Allison, die er in de 1e helft een paar belangrijke ballen uithield, ging in de fout en Heung-min Son kon scoren (zie video boven). Weer iets later was het wederom chaos. Robertson, toch wel een van de hoofdrolspelers deze wedstrijd, trapte Emerson de lucht in en kreeg na een VAR-ingreep rood.
Dus moest het tiental Liverpool het nog zo'n 15 minuten volhouden tegen de 11 van Tottenham Hotspur. De ploeg van Jürgen Klopp hield het vol en pakte een zo een puntje na 96 knotsgekke minuten.