James Wade is een van de grootste namen van de wereld die zondag al na twee duels op de Grand Slam of Darts uitgeschakeld werd. De nummer 5 van de wereld vloog er na nederlagen tegen Stefan Bellmont en Gerwyn Price uit. In Wolverhampton toonde Wade zich emotioneel en was hij openhartig over zijn trieste thuissituatie.
Wade (42) heeft diverse mentale aandoeningen en werd onder andere gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. Zijn zoontje erfde dat van zijn vader en dat doet pijn bij topdarter Wade. "Ik ben erg aan het worstelen met mijn zoon", is Wade openhartig. "Omdat ik weet welke shit er nog op zijn pad gaat komen. Dat is mijn fout, want hij heeft het van mij. Het is hartverscheurend. We hebben hem van school moeten halen omdat hij uitspattingen heeft", vertelt Wade tegen The Observer over de ADHD-diagnose die zijn zoon heeft.
'Het is een marteling'
"We gaan nu met medicijnen werken, want het is een fucking marteling voor hem. Ik weet hoe ik hem kan helpen leren, omdat ik was hoe hij nu is. Ik weet dat het niet comfortabel is om met mensen te praten, want ze willen niet met jou praten en jij weet niet hoe je tegen mensen moet praten. Daar moet hij allemaal doorheen. En dat zal hij doen, hij zal er oké uit komen. ADHD maakt dingen irritant. Ik raak zeer ongeduldig met mensen. Geluiden irriteren me en ik raak vaak overprikkeld. Er zijn meer negatieve dingen dan positieve."
Mentale hulp
Zelf heeft Wade een manier gevonden om met zijn mentale gezondheid om te gaan. Maar hij neemt het de spelersvakbond wel kwalijk dat er niet genoeg hulp geboden wordt aan darters zoals hij. "Ik vind het prima om het zelf te doen als spelers naar me toe komen en zeggen dat ze zich niet goed voelen. Maar er moet iets zijn waar ze terecht kunnen met hun zorgen en vragen. De spelersvakbond is niet goed genoeg, want ze representeren ons niet. Het moet actief behandeld worden en niet passief."
Goeie of slechte dagen
Volgens Wade is het bijzonder wat hij gepresteerd heeft. "Het is een wonder. Mensen vergelijken mij met elke andere darter, maar dat kan eigenlijk helemaal niet. Het gaat er niet om hoe goed ik ben, het gaat erom wat voor een dag ik heb. Ik heb vijf goeie dagen nodig in een toernooi om echt iets te presteren. Helaas heb ik er soms één, soms geen, en soms drie."
)