Nederland heeft in navolging van de rest van de wereld Max Verstappen in de armen gesloten. Volgens zijn manager Raymond Vermeulen is het op kantoor 'een gekkenhuis'. ,,We zijn zeven dagen per week vijftien uur per dag bezig,'' zegt hij.
De interviewverzoeken stapelen zich op, daarnaast lijkt iedereen een graantje van het succes van de jonge ster te willen meepikken. Zo is Vermeulen nogal gespitst op illegale merchandise of het misbruik van het portretrecht van de tiener. Want dat wordt, beweert hij, te pas en onpas geschonden.
Het zijn allemaal zaken waar de Limburgse coureur verre van wordt gehouden. Verstappen hoeft zich op slechts één ding te concentreren: zijn werk. En dat doet hij, ondanks drie uitvalbeurten met technisch malheur, volgens vader Jos voorbeeldig. ,,Ik heb inderdaad ook het idee dat Max het nieuwe gezicht van de Nederlandse autosport is,'' vertelt Verstappen. ,,Als je ziet hoe het nu leeft, meer dan in mijn tijd. Max is met een hype in de Formule 1 gekomen, maar hij pakt het goed op. Ook met de pers, men gunt hem iets. In China heeft hij mooie dingen laten zien, mensen hebben er vertrouwen in dat het goed komt.''
Handtekening
,,Het is,'' zo licht de tiener toe, ,,niet alleen een kwestie van een hard rondje rijden op het circuit. Maar een heel pakket.'' Een pakket waarin roem en bekend Nederlanderschap een steeds prominentere rol gaan spelen. Verstappen merkt het. Op straat, of in de winkel. ,,Ik word meer en meer aangesproken,'' verzekert hij met een glimlach. Soms voor een praatje, vaker voor een handtekening of foto. ,,Leuk toch? Ik stop altijd.''
Weinig is hem, tiener en nu al jeugdheld van een jongere generatie, te veel. Verstappen geniet in stilte van zijn nieuwe leven en verworven status. Woensdag kreeg hij andermaal het besef dat hij een bijzonder hoofdstuk aan het schrijven is. ,,Ik kreeg een heel pakket met foto's, tekeningen en teksten erbij van een school uit Zwolle. Ik vind het superleuk dat kleine kinderen mij nu een brief schrijven,'' verklapt Verstappen.
Vrolijk
,,Ik bewaar ook alles wat ik krijg, gooi niets weg. Van zulke dingen word ik vrolijk, hoewel ik van nature al een vrolijk mens ben. Dat de kinderen van die Zwolse school nog jong zijn, kon ik wel zien aan hun handschrift. Toen ik zes, zeven jaar was kon ik mijn eigen handschrift bijna niet lezen. Dat was meer te vergelijken met Arabisch dan Nederlands, haha. Zelfs de leraar vroeg mij vaak: 'Max, wat staat hier?'''