Met de landstitel en Italiaanse beker al op zak gaat Juventus gewoon door met winnen. De ploeg van trainer Massimiliano Allegri zette vandaag de voorlaatste competitiewedstrijd, tegen Napoli, in winst om: 3-1. De beslissing viel in het laatste kwartier, via doelpunten van Stefano Sturaro en Simone Pepe (strafschop).
Drie dagen na de gewonnen finale van de Coppa Italia tegen Lazio (2-1 na verlenging) had Allegri heel wat basisspelers op de bank gezet, onder wie Andrea Pirlo, Carlos Tévez, Arturo Vidal en Giorgio Chiellini. Zij zagen hoe Roberto Pereyra de Italiaanse kampioen na twaalf minuten op voorsprong zette. Napoli kwam kort na rust langszij via David López, die scoorde uit de rebound van een door Lorenzo Insigne gemiste strafschop. De nummer vier van de Serie A ging echter in de slotfase alsnog onderuit.
Sturaro zette de 'Oude Dame' op 2-1 en in blessuretijd besliste Pepe de wedstrijd vanaf elf meter. Vlak daarvoor was verdediger Miguel Britos van Napoli met rood uit het veld gestuurd, nadat hij een keiharde kopstoot had uitgedeeld aan Alvaro Morata.
Door de nederlaag in Turijn kan Napoli een plek in de Champions League vrijwel vergeten. Met nog één wedstrijd te spelen, heeft de ploeg van trainer Rafael Benitez drie punten minder dan Lazio, dat bovendien nog twee keer in actie komt. De achterstand op AS Roma is inmiddels onoverbrugbaar (vier punten). De nummer twee van Italië gaat samen met Juventus het hoofdtoernooi van de Champions League in, de nummer drie krijgt een ticket voor de voorronde. De twee Romeinse clubs staan maandag tegenover elkaar.