De Europa League heeft de naam het B-toernooi van het Europese clubvoetbal te zijn. Toch staat woensdag bij de finale in Warschau, waar Dnjepr Dnjepropetrovsk en Sevilla elkaar treffen, aardig wat op het spel. Zo verdelen de finalisten voor het eerst een Champions League-ticket.
Voor Sevilla spelen bovendien de recordboeken een belangrijke rol. De club uit Andalusië won de Europa League vorig jaar al en als dat nu weer lukt, zou dat na 2006 en 2007 - toen nog om de UEFA Cup werd gespeeld - de tweede titelprolongatie zijn. Belangrijker nog is dat een nieuwe triomf Sevilla met vier titels de meest succesvolle club uit de toernooigeschiedenis zou maken, vóór grootmachten Juventus, Internazionale en Liverpool.
De Spanjaarden zijn favoriet. Sevilla verloor in het hele toernooi slechts één keer, met 2-0 bij Feyenoord. Bovendien maakte het twee keer zoveel doelpunten als de Oekraïense opponent (26 tegenover 13). En dan is er nog coach Unai Emery, die woensdag voor de vijftigste keer op de bank zit bij een Europa Leaguewedstrijd, meer dan elke andere trainer.
Bij Dnjepr draait het om grotere zaken. Als de ploeg de beker pakt, zou dat een enorme opsteker zijn voor het door oorlog verscheurde Oekraïne. Verdediger Artem Fedetski verwoordt het heersende sentiment. 'We hopen dat onze sportieve prestatie een inspiratiebron is voor de helden die ons land verdedigen tegen de vijand."
De manier waarop Dnjepr de finale bereikte, had afgekeken kunnen zijn van de Oekraïense soldaten. Het team groef zich in in het eigen strafschopgebied, loerend op openingen in de verdediging van de tegenstander. Vaak was vedette Jevgeni Konoplianka degene die een fout genadeloos afstrafte. Sprankelend was het allemaal niet: Dnjepr bekerde vooral verder met nipte overwinningen en ondanks vier nederlagen.
Verlies ligt tegen het sterke Sevilla dus voor de hand. Maar zelfs dan wint Dnjepr, vindt trainer Miron Markevitsj. ,,Door het goed te doen in Europa, zien de mensen dat ondanks alles het voetbal nog steeds leeft in Oekraïne."
Champions League
Dnjepr Dnjepropetrovsk en Sevilla spelen woensdag in Warschau niet alleen om de Europa League-trofee. Voor het eerst krijgt de winnaar namelijk ook een ticket voor de Champions League.
Het zou voor Dnjepr de eerste deelname zijn aan het prestigieuze toernooi en daarnaast een flinke financiële opsteker. Het startgeld voor de Champions League werd onlangs verhoogd van 8,6 naar 12 miljoen euro. Dit jaar waren de Oekraïners al dichtbij deelname aan het kampioenenbal, maar FC Kopenhagen bleek in de derde kwalificatieronde te sterk.
Sevilla speelde in het seizoen 2009-2010 voor het laatst in de Champions League. De club werd toen groepswinnaar, maar moest in de tweede ronde buigen voor CSKA Moskou.
De Europa Leaguetitel is voor Sevilla de laatste kans om de Champions League te bereiken, want in de Spaanse competitie greep het naast plaatsing. Dnjepr maakt ook nog kans om via de competitie de kwalificatieronde te halen.