Afgelopen zomer werd Amin Younes naar Amsterdam gehaald. De naam was onbekend, dus het eerste wat je doet als Ajacied of geïnteresseerde is zijn Wikipediapagina openslaan. Dat deed Sportnieuws-redacteur Brian Vesseur ook. Hij las dat de Duitser - met Libanese vader - bij Borussia Mönchengladbach had gespeeld. 'Op het eerste gezicht was het niet zoveel: een rare aankoop van Ajax.'
Bij de Duitse club kwam hij in drie seizoenen slechts tot 26 wedstrijden en 1 doelpunt, waarop hij verhuurd werd aan 1. FC Kaiserlautern. Spelend in de 2e Bundesliga kwam hij tot 14 wedstrijden, de meeste daarvan in de eerste seizoenshelft. Trainer Kosta Runjaic gaf daarbij de schuld aan 'het gebrek aan motivatie op de training'.
Wat moest Ajax met die aankoop? Het vertrek van Ricardo Kishna, die al niet zeker was van een basisplaats, had op andere manieren kunnen worden opgevangen. Bijvoorbeeld met een linksbuiten uit de jeugd op de bank, of Ajax had ergens in Nederland een buitenspeler op de kop kunnen tikken. Maar Younes werd gehaald. Het kleine mannetje had maar één hoogtepunt in zijn carrière: de jeugdinterlands die hij voor Duitsland speelde.
"Wij hebben geen Lionel Messi", zei Frank de Boer onlangs nog, doelend op spelers die in hun eentje een wedstrijd kunnen beslissen. Toch was het Younes die zondag tegen Feyenoord met een actie a la Messi voor de 1-1 zorgde. Een verdediger uitgekapt, nog één, uithalen in de verre hoek. Ja! Via de binnenkant van de paal, en dat allemaal rond het vijf metergebied van Kenneth Vermeer.
"Nee, wij hebben nog steeds geen Messi", vertelde de aanvaller na de wedstrijd tegen Feyenoord. "Ajax heeft Amin Younes en ik doe mijn best. Het voelt goed om belangrijk te zijn, dat verwacht ik ook van mezelf."
Toch vergeten we allemaal één ding. We hebben Younes allemaal zien ballen, het afgelopen half jaar. Het resulteerde niet alleen in 6 doelpunten en een assist, maar in nog iets belangrijkers. De buitenspelers die Ajax kent (Viktor Fischer, Anwar el Ghazi en vorig seizoen Ricardo Kishna) speelden allemaal hun eerste wedstrijden voor Ajax frivool, met lef en met een actie in huis, daarna stopte het. Na die drie, misschien vier wedstrijden is het: passen, nog een keer passen, terugkappen, naar binnen trekken en de bal verliezen.
Behalve Younes. Na 15 wedstrijden en de cijfers die hierboven staan is hij de enige die zich niks aantrekt van zijn voorgangers, van wat De Boer misschien wel zegt. Gewoon lekker dollen, weten wanneer iets kan, belangrijk zijn. Het doelpunt tegen Feyenoord is precies wat ik daarmee bedoel. En eigenlijk ook waar in Amsterdam zo lang naar wordt gesnakt: een voetballer met lef en Amsterdamse bluf.
Vanaf 2:15 is dit heel interessant om te kijken:
Door: Brian Vesseur