Het is volgens hoogleraar psychologie Jan Derksen (63) nutteloos, schadelijk én ongezond om voetbalvandalen te stoppen. Daarom pleit hij ervoor om ze hun eigen vechtveld te geven, zegt hij in gesprek met het Algemeen Dagblad.
Nu het EK de halve finale nadert, lijken de heftige rellen van het begin al bijna weer vergeten. Vreemd, vindt Jan Derksen. Want iedereen weet: dezelfde ellende zal zich bij de eerste de beste gelegenheid herhalen. De hoogleraar klinische psychologie vindt dat er bij de evaluatie van het toernooi in Frankrijk nu eens op 'een heel andere manier' naar het aanhoudende hooligangeweld gekeken moet worden. ,,We blijven maar hangen bij het idee dat we die vandalen tegen moeten houden. Terwijl ik denk dat we het geweld beter kunnen accepteren en in goede banen leiden.''
Vechtveld
Zijn onorthodoxe voorstel: richt bij risicowedstrijden op een afgelegen plek een 'vechtveld' in waar relschoppers elkaar zonder inmenging van anderen te lijf kunnen. Een paar regels zijn volgens hem genoeg, zoals: een verbod voor minderjarigen, een ban op wapens, en de plicht af te zien van aangifte of zorgclaim. ,,Iedereen die zo'n veld betreedt, weet waar hij aan toe is. Alles op eigen verantwoordelijkheid en eigen kosten.''
Zo ontstaat, meent hij, 'een win-winsituatie'. Want de vandalen kunnen hun drang om te matten kwijt en anderen hebben er geen last van. ,,Daar gaat het nu mis. Dat onschuldigen bij vechtpartijen in het stadion of centrum betrokken raken. Dat middenstanders met schade blijven zitten. En dat agenten en hulpverleners het mikpunt worden.''