Real Madrid heeft voor het eerst sinds zaterdag 9 december weer een zege geboekt in de Spaanse competitie. De thuiswedstrijd tegen Deportivo La Coruña werd met 7-1 gewonnen. Gareth Bale, Cristiano Ronaldo en Nacho waren allemaal goed voor 2 treffers voor De Koninklijke, dat snakte naar een overwinning.
Adrián López bracht de bezoekers uit Galicië na een halfuur spelen op voorsprong in Estadio Santiago Bernabéu, waar Real Madrid vorige week in La Liga met 0-1 verloor van Villarreal.
Probleempjes in eigen huis
In de laatste wedstrijd voor de winterstop werd in eigen stadion ook al met 0-3 verloren in El Clásico tegen FC Barcelona en na de winterstop volgde een 2-2 gelijkspel bij Celta de Vigo. Het gat met de nog altijd ongeslagen koploper FC Barcelona liep daarmee op tot liefst 19 punten.
Zondagmiddag herpakte de ploeg van de bekritiseerde Zinédine Zidane, die de afgelopen 2 seizoenen de Champions League won met zijn ploeg, zich echter knap. De achterstand werd al snel gerepareerd door de Spaanse verdediger Nacho. Hij zorgde in de slotfase ook voor de 7-1. Tussendoor scoorden ook Gareth Bale en Cristiano Ronaldo 2 keer. Luka Modric hield het met een bekeken schot bij 1 treffer.
Cristiano Ronaldo liep bij het maken van de 6-1 wel een hoofdwond op, waar de ijdele Portugees flink van baalde. Hoofdschuddend keek Ronaldo naar het bloed in zijn gezicht.