Natuurlijk is Martin Jol er verguld mee dat zijn standbeeld vanaf vrijdagavond 'voor eeuwig' op de tribune in het Mandemakers-stadion zit. Maar dé trainer van driekwart eeuw RKC Waalwijk is zelf niet bij de onthulling. Woensdag werkte hij met zijn club Al-Ahly in Alexandrië een bekerwedstrijd af. Nu wacht alweer de competitie.
Een maand geleden verbond hij zich voor vijf maanden aan de Egyptische club. Dat was nogal een verrassende keuze. Er kwam heel wat op hem af sinds hij in 2013 zonder club zat. Maar in Leicester City en Crystal Palace had hij geen zin. Voor de Bundesliga gold hetzelfde. ,,Ik was er helemaal klaar mee na 1300 wedstrijden", laat Jol vanuit het hotel waar hij met zijn club verblijft weten. ,,Ik wilde dingen doen die ik echt leuk vond. Bondscoach van Griekenland leek me wel wat. Maar daar kozen ze in 2014 voor Claudio Ranieri. Een paar maanden geleden klopte Al-Ahly aan."
'Enorme club'
,,Al-Ahly is een enorme club", zegt Jol. ,,In Egypte hebben we 70 miljoen fans en 140.000 socio's. Het is jammer dat er bij competitieduels geen fans worden toegelaten. Dat is een maatregel die genomen is na de 74 doden die vielen bij een wedstrijd tussen Al-Masry en Al-Ahly. De trainingen zijn soms wel toegankelijk. Dan zitten er meteen tienduizend mensen. En we hebben nog de Champions League."
De tovenaar van Scheveningen, het mirakel van ADO en het wonder van Waalwijk voelt zich nu de koning van Egypte. ,,Ik hou van de rijke historie van het land. De club heeft mij een tolk gegeven. Die neem ik ook mee als ik de piramides of andere bouwwerken ga bezoeken. Die legt alles uit. Van de strijd die heerste tussen de Mosri-aanhangers en de regeringstroepen is niets meer te merken. Ik voel me hier veilig."