)
)
)
)
)
)
De Nederlandse waterpolosters hebben woensdag de finale van het WK in Kazan bereikt. De ploeg van bondscoach Arno Havenga versloeg Italië via strafworpen met 10-9. De achttienjarige keepster Laura Aarts stopte drie Italiaanse schoten en werd daarmee de Nederlandse heldin. In de reguliere wedstrijd had Oranje een voorsprong van 5-1 uit handen gegeven: 5-5 (2-0 3-1 0-1 0-2). Oranje staat vrijdagavond in de finale tegenover de Verenigde Staten, in een herhaling van de olympische eindstrijd van Peki
De waterpolosters stonden in 1998 voor het laatst in de WK-finale. Toen was Italië in Perth met 7-6 te sterk. In dezelfde Australische stad veroverde Oranje in 1991 voor de eerste en enige keer de wereldtitel. De ploeg van Havenga krijgt vrijdag tegen 'Team USA', de regerend olympisch kampioen die Australië met 8-6 klopte, de kans opnieuw de beste van de wereld te worden.
De Nederlandse waterpolosters, die in de kwartfinale gastland Rusland met 10-9 hadden bedwongen, trokken in het grimmige duel met Italië direct het initiatief naar zich toe. Halverwege koesterde Oranje een comfortabele voorsprong van 5-1, vooral dankzij de uitblinkende Maud Megens die liefst vier keer scoorde. De dochter van oud-international Patricia Libregts en kleindochter van voetbaltrainer Thijs Libregts trof met haar eerste vier schoten allemaal doel, waaronder één keer op prachtige wijze achterwaarts.
Oranje gaf de wedstrijd in het tweede deel echter uit handen. Na het derde kwart was de voorsprong nog 5-2, maar in de laatste 8 minuten kwam Italië dankzij de missers van Oranje terug tot 5-5. Strafworpen werden daardoor noodzakelijk. Na de eerste vijf schoten van beide landen was de stand nog steeds in evenwicht (3-3). Bij Oranje misten Dagmar Genee en Megens, terwijl Aarts zich onderscheidde met twee reddingen. Daarna moesten Nederland en Italië om de beurt gooien. Lieke Klaassen en Sabrina van der Sloot schoten raak, waarna Aarts de zevende Italiaanse poging pakte en Oranje daarmee een plek in de WK-finale bezorgde.
)
)
)
)
)
)