Het schaatsseizoen begint officieel pas eind oktober, maar de meeste toprijders hebben er inmiddels wel al hun eerste officieuze wedstrijd op zitten. Zo ook Jutta Leerdam. Zij gaf zaterdag in Heerenveen direct een signaal af bij haar eerste optreden op haar favoriete afstand.
Het was in schaatstempel Thialf een drukke dag, want naast de NK clubs was er ook een trainingswedstrijd voor de topteams. Daar reed Femke Kok verrassend een baanrecord op de 1500 meter, maar ook Leerdam liet zien dat ze scherp uit de winter is gekomen.
Leerdam geeft signaal af
Zij noteerde in de trainingswedstrijd over 1000 meter, wat haar specialiteit is, een tijd van 1.14,80. Ze was daarmee zelfs sneller dan tijdens haar laatste officiële wedstrijd van vorig seizoen. Leerdam reed toen bij de WK afstanden in Hamar 1.15,05 en daarmee eindigde ze op een teleurstellende derde plek.
Leerdam, die een week geleden ook al een 500 meter reed, bleek uiteindelijk de snelste vrouw van de dag op de 1000 meter. Bij de trainingswedstrijd kwamen de anderen niet in de buurt van haar tijd, maar dat was bij de NK clubs anders. Daar noteerde Marrit Fledderus een tijd van 1.14,97. Zij was daarmee dus net ietsje langzamer dan Leerdam.
Geen toptijd
Leerdam bleef zelf met haar tijd overigens wel nog precies twee seconden verwijderd van het baanrecord dat ze in december 2022 reed. Haar persoonlijke record is 1.11,84, maar dat reed ze in 2020 in Salt Lake City. Die baan ligt op hoogte en aangezien de luchtweerstand daar lager is, vallen de tijden op die baan niet te vergelijken met die in Heerenveen.
Dat Leerdam niet in de buurt van die toptijden kwam, zegt echter helemaal niets. Ze hoeft tenslotte pas later dit jaar echt in vorm te zijn. Over een aantal weken staan de NK afstanden op het programma, maar alles draait voonamelijk om het Olympisch Kwalificatietoernooi (OKT) van eind december. Daar worden de startbewijzen voor de Olympische Winterspelen in Milaan verdeeld. Die worden vervolgens in februari 2026 gehouden.
Kai Verbij
Leerdam koos ruim een jaar geleden voor een 'individuele route', maar ze heeft inmiddels ook weer een aantal teamgenoten. Kai Verbij en Ted Dalrymple sloten zich na het afgelopen seizoen aan bij de topschaatsster.
Verbij reed ook een 1000 meter en dat was zijn eerste sinds februari 2024. Hij zette een tijd neer van 1.10,81 en was daarmee ruim 2,5 seconden langzamer dan Tim Prins bij de NK Clubs. Verbij werd in 2019 en 2021 wereldkampioen op de 1000 meter.
)