Het is precies een jaar geleden dat Johan Cruijff ons verliet. Nummer 14 is dood, dat is de harde waarheid. Sinds 24 maart 2016 moeten we het doen zonder zijn commentaar op het voetbal, op de sport, op het leven. Toch is hij er nog wel. Niet alleen in de boeken vol herinneringen. Cruijffs geest zit nog in ons collectief. Cruijff bestáát. 6 bewijzen:
1. Aanvallend voetbal
De balletjes terug en breed bij Ajax de afgelopen jaren waren niet alleen een doorn in het oog van de fans en neutrale voetballiefhebbers. Het was ook ergernis nummer 1 van Cruijff. Jarenlang riep hij tegen iedereen die dat wilde horen hoe slecht Ajax wel niet voetbalde. En pas in het jaar dat hij overlijdt, wordt er eindelijk gehoor gegeven aan zijn wens. Onder Peter Bosz speelt Ajax fris, aanvallend en attractief en gaat het beter dan ooit. Met een beetje fantasie zie je de geest van Cruijff over het veld glijden.
2. Feyenoord kampioen
In 1983 vertrok Cruijff boos bij Ajax en ging naar aartsrivaal Feyenoord. De Rotterdammers wachtten dat jaar al 10 jaar op een landstitel. Met Cruijff werd Feyenoord kampioen in 1984. We zijn nu 33 jaar verder (het aantal kampioenschappen dat Ajax in totaal haalde). De Rotterdammers kunnen eindelijk weer eens de beste zijn. In het seizoen nadat Cruijff de aarde en met name Ajax voor goed achter zich liet, krijgt Feyenoord het opnieuw op z'n heupen. Johan was altijd wel in voor een grapje.
3. De Stichting
De Johan Cruyff Foundation doet nog steeds belangrijk werk. De geldkraan voor projecten met gehandicapte kinderen is niet dichtgedraaid sinds vorig jaar. De aandacht voor sportende jongeren die lichamelijke of geestelijke beperkingen hebben, is nog altijd groot. Mede dankzij Cruijff.
4. De Cruijff Courts
Belangrijk onderdeel van de stichting, maar we moeten het toch even apart noemen: de Cruyff Courts. Zo simpel en toch zo effectief: leg mooie veldjes aan in probleemwijken en laat de jochies uit de buurt lekker ballen. Ook de Brusselse wijk Molenbeek, broedplek van terroristen, krijgt een court. Wie de ogen op de bal heeft, is geweldloos. De naam Cruijff werkt als een magneet op de jeugd, waar ook ter wereld. Cruijff was een jongen 'van de straat' en zijn naam zal nooit van de straat verdwijnen.
5. Swart vertegenwoordigt CSK
Van het gouden Ajax-aanvalstrio dat in 1971, 1972 en 1973 de toenmalige Champions League won, bleef dit jaar alleen Sjaak Swart in leven. Na het overlijden van Cruijff, verdedigde hij samen met Piet Keizer nog de historische flanken. Totdat Keizer op 10 februari ook overleed. Voor het eerst verscheen er een scheurtje in de Amsterdamse branie van Swart. In hem leven de laatste herinneringen aan CSK (Cruijff, Swart, Keizer), zoals we het trio tegenwoordig zouden noemen, voort. Luister naar Swart met je ogen dicht en vang een glimp op van Cruijff: dat hese, nasale Amsterdams. Bijna eng.
6. 'De nieuwe Cruijff'
In Amsterdam wachten ze al tientallen jaren op 'de nieuwe Johan Cruijff'. Om gek van te worden, want ja: Cruijff was Cruijff en daar kan niemand aan tippen. Maar de laatste jaren konden de commentatoren de vergelijking toch niet laten toen Abdelhak Nouri de volwassen leeftijd bereikte. "Zó goed in de kleine ruimte. Zo veel techniek en inzicht. Zulke fijne aannames. En een voortzetting die altijd een versnelling oplevert. Hij maakt elk seizoen minstens tien goals, is behalve een balafpakker ook een echte leider", zei bewonderaar Henk Spaan. In het jaar dat Cruijff ging, maakt Appie z'n debuut.