Brian Brobbey grapt over aanhoudende kritiek 'meneer' Marco van Basten: 'Ik denk dat hij mij een hele leuke jongen en speler vindt'
i

© ANP

Brian Brobbey grapt over aanhoudende kritiek 'meneer' Marco van Basten: 'Ik denk dat hij mij een hele leuke jongen en speler vindt'

Rick Kraaijeveld • 15:15, 08-10-2024 / Laatste Update: 15:15, 08-10-2024

Brian Brobbey maakte indruk tijdens zijn optreden met Oranje tegen Duitsland. De verwachtingen werden hoger en hoger, maar bij Ajax in de Eredivisie liep het minder. Doelpunten bleven uit. Zoals altijd groeit de druk op Brobbey, omdat hij altijd in de schijnwerpers staat. Zelf blijft hij er ijzig kalm onder, al laat hij minder merken dan dat hij voelt. “Zodra ik er één in schiet, ben ik weer de held.”

Brian Brobbey is weer terug op de KNVB Campus. Een vertrouwde, fijne plek voor de spits van Ajax. Vaste prik bij het Nederlands elftal is een mediamomentje langs het veld. Brobbey geeft iedereen een hand, ademt even diep in en zucht lang uit. Niet zijn favoriete moment dit, interviews. “Nee, maar ja…”. Hij laat een lange pauze vallen. “...het moet”, zegt hij met een grijns.

Vertrouwen na Duitsland

Hij heeft de bondscoach nog niet gesproken zegt hij. Dus of hij mag spelen tegen Hongarije of Duitsland? “Ik weet niet. Ik denk dat we het binnenkort zullen horen.” De vorige wedstrijd tegen Duitsland was een belangrijke voor Brobbey. Hij speelde een goede wedstrijd, had Duitse verdediger Jonathan Tah volledig in zijn broekzak en tankte vertrouwen, zegt hij zelf. 

Kritiek Marco van Basten

Daarna liep het wat minder voor Brobbey bij Ajax en, zoals dat altijd rondom hem gebeurt, kwam er veel kritiek. Waar zijn collega bij Oranje, Joshua Zirkzee, een stuk minder aangepakt wordt. “Bij mij valt het wel op altijd, hè?”, merkt ook Brobbey op. “Ik lees niet zo vaak, maar ik hoor wel het een en ander voorbij komen.”

Eén van zijn favoriete criticasters is Marco van Basten. “Ik denk dat hij mij een hele leuke jongen vindt, een goede speler. Anders praat hij niet zo vaak over mij”, lacht hij de kritiek weg. “Meneer van Basten zegt misschien vijftig keer hetzelfde over mij. Maar dat irriteert mij niet hoor. Hij mag daar lekker zitten en over mij praten, dat is prima.”

Doelpunten maken

Brobbey weet zelf ook dondersgoed dat spitsen worden afgerekend op doelpunten en vindt dat zelf ook vervelend. “Soms heb je momenten dat het even niet gaat. Afgelopen zondag (tegen FC Groningen, 3-1 winst, red.) speelde ik wel goed. Maar, ja…” Weer zo’n pauze. “Je ziet dat de doelpunten er niet in gaan.” 

Dat leidt hoe je het ook wendt of keert tot frustratie op zijn tijd. Zondag vervloekte hij zichzelf nadat hij een kopbal miste tegen FC Groningen. Weer geen doelpunt. ‘Verdomme, man’, viel van zijn lippen te lezen. “De trainer zei ook dat ik rustig moest blijven. Mijn broer ook. Het komt vanzelf, gewoon rustig blijven.” Brobbey houdt zichzelf voor dat het wel goed komt. “Zodra ik er één binnen schiet dan krijg ik weer veel zelfvertrouwen. Dan ben je ook gelijk weer de held.”

Vechten tegen ongeduld

Toch moet het knagen, zo weinig doelpunten. Het is makkelijk om te zeggen dat je rustig moet blijven, maar geen spits in de wereld die niet ongeduldig wordt. “Nee, tuurlijk. Ik word ook ongeduldig hoor, maar ik laat het niet zien”, zegt hij stoïcijns. Of hij dan gewoon een pantser aan heeft met zijn antwoorden? “Ja, zeker. Rustig blijven.” Er gaat veel meer in hem om dan hij laat merken.

Extra afwerken

Bij Ajax is er tegenwoordig een groepje ontstaan dat traint op afwerken, vertelt Brobbey. Met Dave Vos gaan zij aan de slag met verschillende vormen. “Ik, Wout Weghorst, Bertrand Traoré, Davy Klaassen en zelfs Jordan Henderson. Het zijn verschillende dingen. Soms met wegdraaien en schieten.” Wanneer het woord penalty’s op komt, niet zijn favoriete onderdeel, grijnst hij. “Dat doet Branco toch, hij mag dat doen.”

Bij Oranje probeert hij gewoon te genieten. Hij vindt het altijd fijn om in Zeist te zijn. “Ik heb er zeker zin in. Tuurlijk, het is ook tijd voor mijn eerste interlandgoal. Zeker”, hij laat een pauze vallen. “Wie weet. Misschien komt het. Ik denk niet zoveel aan goals, goals, goals, je moet gewoon plezier hebben, toch.”