Michael Boogerd stond na zijn carrière onder druk van de media en de dopingautoriteiten om een dopingbekentenis af te leggen. In 2013 gaf de wielrenner uiteindelijk toe dat hij verboden middelen had gebruikt. "Of ik door die druk bekend heb en ik anders misschien gezwegen had? Als er niet zoveel druk was geweest, dan had ik nooit bekend."
Boogerd geeft bij Sporza toe dat hij hoopte dat het nooit zo ver was gekomen. "Ik hoopte altijd dat het mijn deurtje voorbij zou gaan, maar dat is niet gebeurd. Je wil niet van je voetstuk vallen en de ellende meemaken die op je afkomt. Er zijn geen renners die bekend hebben omdat ze spijt hadden. Je werd betrapt of je werd onder druk gezet. Niemand heeft uit zichzelf bekend", legt de renner uit.
'Dáár heb ik wel spijt van'
De Hagenaar zegt dat hij werd meegesleurd in de cultuur van het wielrennen. Een cultuur waarin hij zelf de keuze heeft gemaakt om er in mee te gaan. "Ik had het niet moeten doen en daar heb ik wel een beetje spijt van. Voor de ene is het goed dat ik spijt heb, voor de andere ben ik dan een huichelaar. Dat laat ik in het midden. Ik heb de keuze gemaakt omdat ik dacht dat het niet anders kon. Was er destijds een beweging op gang komen, dan was ik er in meegegaan. Maar sporters denken aan hun eigen hachje en nemen het niet snel voor elkaar op."