Dat koersen steeds onveiliger wordt, ligt ook aan de renners zelfs. Dat zegt wereldkampioen Peter Sagan in Het Nieuwsblad. ,,Ik kaart de foute mentaliteit al dikwijls in het peloton zelf aan. Ze begrijpen het niet. Integendeel, ze lachen erom. Hét probleem is dat er 200 renners zijn, 20 ploegen, en dat ze allemaal op de eerste rij willen zitten."
,,De toprenners moeten de koppen bijeensteken", vindt Sagan. ,,Als we niet één blok vormen in deze materie, dan gebeurt er nooit wat. Hoe gaat het nu? Een jonge nieuwkomer denkt: 'Ik ben sterk, ik ben goed, dus kan ik alles doen wat ik wil'. Zonder respect voor de anderen. Daar word ik gek van. Het is hun leven, maar ze spelen ook met het mijne. Ik begrijp niet dat er renners tussen zitten die amper kunnen sturen en toch vooraan willen rijden."
Veel veranderd
,,Vroeger had je tien kampioenen", gaat de Slowaak verder. ,Deed er iemand echt stom, dan zeiden ze: 'Oké, afgelopen, want je brengt anderen in gevaar'. Ze spraken de ploegleiders aan. Niemand gaf zo'n renner nog een contract. Er is veel veranderd sinds mijn eerste koers bij de profs in de Tour Down Under. Toen kon je Armstrong zelfs per ongeluk niet laten vallen, want er zaten constant drie renners rondom hen. Nu is dat niet meer mogelijk. Ze steken gewoon hun stuur onder het jouwe."
Voorin rijden
De wereldkampioen kaart ook een ander probleem aan. ,,De ploegleiders eisen dat je voor een gevaarlijk deel van het parcours vooraan zit om een eventuele crash te vermijden. Dus stormt iedereen naar voren. Als één renner dat doet met de leider, dan is er geen enkel probleem. Maar in de Tour willen ze alle negen van de ploeg voorin rijden. Bovendien doen sommige teams dat zelfs zonder het minste respect voor de andere ploegen. Dan ken je het vervolg."
Spijtig
,,Het gaat in de Tour zelfs zo ver dat sommige weigeren doorgang te verlenen aan waterdragers die drinkbussen ophalen bij de volgauto. Hoewel ze duidelijk 'service, service' roepen. Als ik dat zie, word ik gek. Dan vraag ik me af: 'Hey, man wat doe je hier eigenlijk?' Vanaf het moment dat een renner een helm opzet, krijg je vaak met een totaal andere persoon te maken. Spijtig", besluit Sagan.