Peder Kongshaug kan het nauwelijks geloven. Toen de Noorse schaatser zich deze zomer in de cijfers van de Internationale Schaatsunie (ISU) verdiepte, viel hij van zijn stoel. Terwijl de salarissen bij de bond bijna verdrievoudigd zijn, is het prijzengeld voor atleten al dertig jaar(!) gelijk gebleven.
De 23-jarige wereldkampioen op de 1500 meter spreekt klare taal. "Het geld moet terug naar de sport en niet naar de bureaucraten die ervan leven", zegt Kongshaug stellig. "Het is toch een teken van ziekte als de 36 werknemers bij de ISU meer verdienen dan wat drie sporten samen aan prijzengeld opleveren?"
Prijzengeld al 30 jaar onaangetast
Het contrast is pijnlijk. In 1995 won de Noor Edel Therese Høiseth 1.500 dollar voor een wereldbekerzege. Dertig jaar later krijgt een winnaar nog steeds datzelfde bedrag. Ook Kongshaug zelf hield vorig seizoen, ondanks goud op het WK en meerdere podiumplekken, nauwelijks iets over. "Je moet Olympisch of wereldkampioen zijn om boven de armoedegrens te leven. Terwijl je bij de ISU miljoenen kunt verdienen als ambtenaar", klinkt hij kritisch.
Ook collega Ragne Wiklund, tweevoudig wereldkampioene, reageert onthutst. "We dachten altijd dat er weinig geld was en dat iedereen in hetzelfde schuitje zat. Maar nu blijkt dat er miljarden op de bank staan, terwijl ons prijzengeld gelijk blijft. Dat voelt eerlijk gezegd demotiverend."
Tekst gaat verder onder artikel
Merijn Scheperkamp verwijst naar het gedeelde artikel van Peder Kongshaug. ©Instagram
Merijn Scheperkamp spreekt zich uit
De woorden van Kongshaug en Wiklund bleven niet onopgemerkt in Nederland. Merijn Scheperkamp, sprintspecialist van Team Essent, pikte de kritiek op en deelde het verhaal in zijn Instagram-story. Daarmee liet hij zien dat ook onder Nederlandse schaatsers frustratie leeft over de manier waarop de ISU met prijzengeld omgaat.
Voor Scheperkamp, die vorig seizoen zijn eerste wereldbekeroverwinning vierde en daarmee definitief doorbrak in de internationale top, is de kwestie extra herkenbaar. Hij weet hoe groot de offers zijn die jonge schaatsers moeten brengen om de absolute wereldtop te halen. Dat de beloning nauwelijks in verhouding staat tot de prestaties, vindt ook hij moeilijk te rijmen met de miljardenreserve van de bond.
ISU belooft beterschap, maar vertrouwen ontbreekt
De ISU wijst de kritiek ondertussen van de hand. Voorzitter Jae Youl Kim benadrukt dat atleten 'het hart en de ziel van de sport' zijn en belooft beterschap. In hun programma Vision 2030 wil de bond de sport aantrekkelijker maken met meer zichtbaarheid, betere faciliteiten en uiteindelijk hogere beloningen. Volgens de plannen stijgt het prijzengeld vanaf 2029 met zo’n twaalf procent.
Kongshaug heeft daar weinig vertrouwen in. "Ze investeren in kantoren, congressen en dure plannen, maar niet in de sport zelf. Zoals het nu gaat, zie je de sport elk jaar een beetje uitsterven." Volgens de Noor dreigt de schaatssport in een vicieuze cirkel te belanden: minder geld voor atleten leidt tot minder aantrekkingskracht, waardoor ook de belangstelling van fans en sponsors afneemt. "Als er niet snel structurele veranderingen komen, blijft er over een paar jaar niet veel meer over van onze sport."
)