De Dennenappel lijdt aan pure bekermishandeling
i

Marnix Schmidt

De Dennenappel lijdt aan pure bekermishandeling

admin • 12:49, 23-04-2016 / Laatste Update: 01:11, 06-01-2024

Voor aanvang van de bekerfinale staat hij altijd al te glimmen en te pronken op het veld: de KNVB-beker, alias de Dennenappel. Een 2 kilo zwaar stuk zilverwerk uit 1946, dat in alle feestelijkheden ná het laatste fluitsignaal nog wel eens wat butsen en krassen oploopt. "Het hoedje hebben we voor de zekerheid maar vastgezet.''

Je zou het cuphooliganism kunnen noemen. De wijze waarop het winnende team, na een niet zelden bloedstollend spannend slotduel in de Rotterdamse Kuip, met de beker omgaat. Allereerst wordt-ie gejonast op het veld, daarna gaat het pronkstuk mee in bad om later door spelers - al dan niet dronken door teveel champagnegebruik - in een feestelijk kringetje te worden overgegooid.

Tongval

Het moge duidelijk zijn dat Wouter van Veluw (52), directeur van het bedrijf dat de Dennenappel onderhoudt, dit soort tafereeltjes met angst en beven gadeslaat. "Eigenlijk zouden ze er rustiger mee moeten omgaan,'' zegt hij met een vermakelijke Utrechtse tongval, "aan de andere kant hóórt het bij de feestvreugde.'' En, met een knipoog: "Het is handel, hè?''

Overigens, even als eyeopener: er zijn twee bekers. Er is een pronkbeker, die wordt uitgereikt aan de winnaar. Daar zit geen voetstuk onder en is redelijk hufterproof. "Een dure jongen, uit 1946. Als je 'm nu zou maken, ben je zo een ton kwijt,'' luidt de uitleg. En dan is er een replica, van brons, die de club mag houden. "Die weegt 20 kilo en kost zo'n 5000 euro.''

Feest- en partijenexemplaar

Het lichtere feest- en partijenexemplaar mag een klein jaartje bij de beste cupfighter blijven, en wordt twee weken voor de volgende finale bij de KNVB ingeleverd. De voetbalbond dropt 'm bij specialist Van Veluw, die de ergste schade mag herstellen.

"We kregen de beker dit keer uit Groningen terug,'' klinkt het. "Ik weet niet wat ze ermee hebben gedaan, maar er zaten nogal wat deuken in. Aan de onderkant een hele diepe. We poetsen hem nu eerst netjes op, zodat hij kan schitteren in de Kuip. Later gaan we pas uitdeuken.''

En daar kijkt Van Veluw - met 50 man in dienst - niet van op. "We hebben hier een grote fabriek, met allerlei goud- en zilversmeden in dienst. Dit is echt juwelierswerk. Of we die schade aan de onderzijde eruit krijgen, dat weet ik niet. We hadden de binnenkant verstevigd met hout, maar zelfs dat is verbrijzeld. Die deuk moeten we er met de hand uitkloppen. Om de beker weer helemaal netjes te krijgen, zijn we wel een maandje of twee bezig. De rekening gaat naar de KNVB. Of die nog wat terugvordert bij Groningen, weet ik niet.''

Geleden

De Dennenappel. Wat heeft hij al geleden! Van Veluw noemt geen namen, maar een jaar of tien geleden kwam deze hoofdprijs bijna doormidden gebroken binnen. Pure bekermishandeling. "Het leek wel of ze er met een auto overheen hadden gereden,'' zegt hij. Waar vakwerk kwam eraan te pas om ook dit euvel te verhelpen.

Een doekje met zilverpoets is de finishing touch, daarna mag de KNVB deze door FC Utrecht en Feyenoord zo felbegeerde trofee naar de Kuip vervoeren.