Wat doe je na een leven als topsporter? Voor Marrit Leenstra pakte dat heel anders uit dan je misschien zou verwachten. De oud-schaatsster woont inmiddels in Italië en bouwde daar een nieuw bestaan op. Maar tijdens de komende Winterspelen in Milaan duikt ze ineens op in een totaal andere rol. Eén waarin ze dichter bij het ijs staat dan ze zelf ooit had gedacht.
In haar actieve carrière behoorde Leenstra tot de absolute wereldtop. Ze won olympisch goud op de ploegenachtervolging in Sotsji 2014, pakte in Pyeongchang 2018 zilver op de ploegenachtervolging én brons op de 1500 meter, en werd ook nog eens meerdere keren wereldkampioen op datzelfde teamonderdeel. Jarenlang draaide ze mee aan de internationale top, voordat ze in 2018 haar schaatscarrière afsloot en naar Italië verhuisde.
In Italië bouwde Leenstra een nieuw leven op, ver weg van volle ijsbanen en camera’s. Ze ging aan de slag als programmeur en analyseert tegenwoordig satellietdata voor natuur- en milieurisico’s. Een wereld die nauwelijks verder had kunnen liggen van olympische stadions en rondetijden, tot ze dit jaar onverwacht werd teruggeroepen naar het ijs.
Een rol die precies bij haar past
Tijdens het olympische testevent in Milaan werd Leenstra gevraagd om deel uit te maken van de organisatie. Ze kreeg de rol van 'Athlete Service Coordinator'. Iemand die sporters ondersteunt wanneer er iets misgaat, problemen oplost en fungeert als vraagbaak op en rond de baan. "Ik loop nu de hele dag rond op de ijsbaan om problemen op te lossen. Ik vind het fantastisch", vertelt ze in gesprek met Schaatsen.nl.
Die rol bleek haar op het lijf geschreven. Tijdens het testevent stond een schaatser uit India er helemaal alleen voor toen hij na meerdere overstappen zonder bagage - inclusief zijn ijzers - arriveerde. Leenstra nam het initiatief, pleegde telefoontjes met de luchthaven en vond uiteindelijk via olympisch kampioen Stefano Donagrandi een reservepaar ijzers. "Als het dan lukt dat iemand tóch kan starten, is dat zó dankbaar."
Unieke olympische baan, maar toch een gemiste kans
Samen met haar collega’s vormt Leenstra in Milaan een team dat de sporters ontzorgt: van accreditaties tot hotelcommunicatie, van noodgevallen tot het verzamelen van feedback over het ijs. "Het maakt niet uit of het ijs snel of langzaam is, als het maar constant is", benadrukt de 36-jarige. De eerste reacties zijn veelbelovend.
De ijsbaan in Milaan is bovendien uniek. Het gaat om een tijdelijke hal die speciaal voor de Winterspelen is gebouwd, iets wat het IOC graag vaker zou willen toepassen om de organisatie van grote toernooien flexibeler te maken. Toch noemt Leenstra het een gemiste kans dat Italië - ondanks het twee keer organiseren van de Winterspelen - nog steeds geen permanente overdekte 400-meterbaan heeft. Voor het Italiaanse schaatsen voelt dat als een rem op de ontwikkeling.
'Nederland blijft mijn thuisland'
Hoewel ze al jaren in Italië woont, voelt Milaan niet als thuiskomen. "Italië is niet mijn thuisland. Dat blijft Nederland", vertelt ze. Wat haar wél raakt, is het weerzien met oude bekenden en het opnieuw midden in de schaatswereld staan. "Voor het eerst in lange tijd ben ik weer echt betrokken.”
)