'Ik keek vroeger nooit naar de Tour de France'

'Ik keek vroeger nooit naar de Tour de France'

00:47, 30-06-2015 / Laatste Update: 06:04, 13-12-2023

Zaterdag 4 juli is voor Tom Dumoulin (24) de belangrijkste dag van het jaar. Als één Nederlandse renner wordt geacht in een gele trui door eigen land te rijden, dan is het Dumoulin.

Zeven motoragenten en één wielrenner op een tijdritfiets. Zomaar een woensdagavond in Utrecht, eenuur of zeven. Twee maanden voor de Tour de France officieel wordt weggeschoten, reed Tom Dumoulin over het 13,8 kilometer lange parcours van de eerste etappe.

,,Ik heb niet het idee dat ik er veel wijzer van ben geworden, maar het was goed voor de beleving. Het is vlak en snel. Er is weinig technisch aan. Er zitten een paar moeilijke bochten in. Als ik die twee dagen van tevoren had gezien, was ik er niet minder hard doorheen gegaan. Ik was die dag een rijdende attractie door Utrecht. De agenten hielden het parcours voor mij vrij, zodat ik niet heel de tijd op het fietspad hoefde te blijven. Er stonden mensen te kijken, die dachten waarschijnlijk: wie is die sukkel die mij tijd kost?''

Mocht hij de openingsetappe winnen, dan zullen er weinigen zijn die niet weten wie Tom Dumoulin is. Dan is de tijdrijder van Giant- Alpecin na Erik Breukink in 1989 de eerste Nederlander die weer het geel draagt.

Wanneer begon jouw voorbereiding op die eerste 13,8 kilometer van de Tour de France?
,,Vanaf de winter. We willen verschillende facetten van het tijdrijden verbeteren. In maart hebben we ook nog windtunneltesten gedaan en voeding onderzocht. Vervolgens verdwijnt die ervaring een beetje naar de achtergrond, omdat in het voorjaar de focus op de klassiekers ligt. Daarna ben ik weer hard begonnen met trainen en gaat de aandacht volledig uit naar die 14 kilometer. Een kwartier lang zo hard mogelijk fietsen. ,,Eind mei ben ik voor de eerste keer op hoogtestage gegaan. Dat is een klein risico, maar de hedendaagse onderzoekers zijn het er wel over eens dat niemand er slecht op reageert. Baat het niet, dan schaadt het niet.

,,Het is een project. Voor het WK in Ponferrada (Dumoulin werd derde - red.) hebben we niet alles minutieus uitgeplozen, zoals wel doen. Ik hoop dat het zich uitbetaalt, maar ik moet zorgen dat het geen obsessie wordt. De pers vraagt ernaar en ik ben er in mijn hoofd mee bezig. Zeker in de laatste weken voor de Tour kan het van iets leuks en positiefs omslaan in iets negatiefs. Daar ben ik een beetje bang voor. Dat de nervositeit en de druk een beetje de overhand gaan nemen. Het wordt een klus daar goed mee om te gaan.''

Iedereen verwacht een gele trui van jou. Is dat overdreven?
,,Die extra druk vind ik wel vervelend. Het verwachtingpatroon is niet 'een gele trui'. Wel dat ik het heel goed ga doen en dat ik kans maak. Dat hoop ik ook en dat is realistisch.''

Wanneer ben jij tevreden?
,,Voor mij hangt daar geen klassering aan vast. Het is goed als mijn bochten en het technisch deel zoals de aerodynamische houding in orde zijn, ik daarin geen tijd verlies en ik dichtbij mijn streefvermogen ben geweest. Als het dan uiteindelijk een derde plek is, ben ik daar heel tevreden mee.''

En als alles goed gaat en je wordt achtste?
,,Dat gebeurt niet. Als ik alles doe zoals ik het in mijn hoofd heb, verwacht ik geen achtste te worden. Dan heb ik waarschijnlijk ergens een fout gemaakt. Of mijn vermogen niet gehaald.''

Wie zijn jouw favorieten?
,,Mijn topfavoriet is Tony Martin. Cancellara kan altijd net wat meer als de Tour eraan komt en als hij een belangrijke tijdrit in het verschiet heeft. En dan een groepje renners met Rohan Dennis, Alex Dowsett en Luke Durbridge. Het afgelopen jaar heb ik die laatsten meer verslagen dan zij mij. In de Ronde van Baskenland versloeg ik Tony Martin voor het eerst. Hij was de enige hedendaagse tijdrijder die ik nog nooit had geklopt. Dat is mooi. Het geeft me niet veel houvast voor de proloog, maar het is wel leuk.''

Hou je van tijdrijden?
,,Vooral achteraf vind ik het erg leuk. Vooraf ben ik heel nerveus. Je bent bezig met wat allemaal fout kan gaan, terwijl je daar juist niet mee bezig moet zijn. En het doet gewoon ontzettend veel pijn. Af en toen kan ik er wel van genieten. Als ik me goed voel, dan merk ik weinig. Ik kan niet zeggen dat ik op het WK - een van mijn beste tijdritten - veel pijn heb gehad.''

Heb je vaste rituelen voor een tijdrit?
,,De dag ziet er altijd hetzelfde uit. Ik sta op en eet een normaal ontbijt. Dan ga ik een uurtje lostrappen. Drieënhalf uur voor de tijdrit eet ik een koolhydratenmaaltijd. Pasta of brood, rijst. Zeker geen vlees en vet. Dat verteert langzaam. Dan is er meestal nog tijd om in het hotel je spullen te pakken en even op bed te liggen. Dan richting start. Daar ben ik meestal een uur of twee voor aanvang. Meestal rijd ik nog een rondje om de fiets te testen en het parcours te zien. Dan kom ik terug en relax ik. De laatste drie kwartier zijn minutieus uitgestippeld.

,,Exact 35 minuten van tevoren stap ik voor 25 minuten op de rollenbank. Eerst rustig losfietsen. Dan bouw ik de intensiteit op tot ik op mijn streefvermogen zit. En dan uitfietsen. Daarna is het handschoenen aan, overschoenen aan als ik dat nog niet gedaan heb, en rustig naar de start. Die 45 minuten zit ik in een eigen wereld, waar ik niet uitgehaald wil worden. Dan kan m'n vriendin voor me staan of m'n moeder of vader, maar daar ben ik dan niet mee bezig.''

Wanneer raakte je geïnteresseerd in tijdrijden? Keek je naar Lance Armstrong en Jan Ullrich?
,,Ik keek vroeger nooit naar de Tour. Ik weet dat een paar keer de televisie aan heeft gestaan tijdens de Tour, maar ik herinner me er niets van. Het enige moment dat ik nog weet, is dat we op de Maasboulevard naar de finish van de Amstel Gold Race gingen kijken. Ook van de Tour-proloog in 1989 weet ik niks. Alleen dat Breukink 'm won en het geel pakte.

,,Ik ben op mijn 15de begonnen met fietsen en pas vanaf dat moment ben ik naar wielrennen gaan kijken. Ik snapte niks van tijdrijden en had nog nooit een tijdrit gereden.

,,Pas als 'belofte' - 19 jaar was ik - reed ik een tijdrit in Portugal. Die won ik meteen. Op een leenfiets van een vriend en ploeggenoot.''

Hoe overleef jij drie weken Tour de France?
,,In de loop van de Tour ga je automatisch op zoek naar elk moment rust dat je pakken kunt. In de eerste week ben je nog fris en als er wordt gegrapt, doe je lekker mee. In week drie ben je gewoon moe en doe je niet meer sociaal. Het interesseert me dan niet wat anderen daarvan vinden.

,,Ik heb pas twee keer de Tour gereden en tot nu toe heb ik dat nog niet als iets vervelends ervaren. Het interesseerde niemand of ik nou de ene dag als zestigste eindigde en de andere dag op de twintigste plaats. Daar kraaide geen haan naar. Dat gaat veranderen. En dat is eigenlijk wel jammer.''

In de twee jaar dat jij de Tour reed, was de gele trui al binnen handbereik. Letterlijk. Je ploeggenoot Marcel Kittel won twee jaar op rij de openingsetappe en bracht die begerenswaardige wielertrui mee naar het hotel van de ploeg. Hoe voelt dat?

,,Dan komt 'ie twee uur na een tv-uitzending het hotel binnen met die gele trui. Mijn ploeggenoten hebben 'm toen niet aangetrokken. Marcel zou het wel toelaten, hoor. Ik trouwens ook.''

Heb je jezelf in gedachten al gezien met in je hand zo'n gele trui met een leeuw erop?
,,Wat denk je? Natuurlijk. Iedereen heeft dromen, dus ook dat beeld is voorbijgekomen. Maar daar probeer ik dus niet mee bezig te zijn.''