)
)
)
)
)
)
Zaterdag staat de Champions League-finale op het programma. De kraker tussen aartsvijanden Real Madrid en Atlético Madrid is de 25e finale van het Miljoenenbal. Voor de tweede keer in drie seizoenen staan beide kemphanen tegenover elkaar in de finale van de Champions League. Sportnieuws.nl telt de dagen af en blikt vooruit. Met deze keer: Madrid verovert Europa!
Stadio Giuseppe Meazza in Milaan is het podium van de Madrileense finale van de Champions League. Het is niet zo gek dat er twee Spaanse ploegen strijden voor de 'Cup met de Grote Oren', er deden vijf Spaanse clubs mee aan deze editie van het Kampioenenbal. Met een Champions League-titel voor Atlético of Real en een Europa League-beker voor Sevilla heerst Spanje wederom in het continentale voetbal.
Sinds 2005/06 wonnen Spaanse clubs 24 van de 44 internationale hoofdprijzen ??? #spainintheass pic.twitter.com/2GLpBATIr1
— Ramon Ⓜ️in (@MijlpaalMin) May 19, 2016
En dus reizen duizenden fans vanuit Madrid naar Noord-Italië om hun team naar de overwinning te schreeuwen. Twee jaar geleden gingen zo'n 70.000 supporters vanuit de Spaanse hoofdstad hun ploeg naar Lissabon achterna. Ondanks de dubbele reistijd naar Milaan zullen dat er dit jaar ongeveer 10.000 meer zijn. Het zou natuurlijk heel praktisch zijn als de sterren van Real in hetzelfde vliegtuig stappen als de toppers van Atlético. Maar dat zit er niet in, zelfs tussen de spelers is er haat en nijd.
Atlético
Die burenruzie komt natuurlijk ergens vandaan. Hoewel de clubs maar 1641 meter van elkaar liggen, is er een wereld van verschil. Atlético is een echte arbeidersclub, terwijl Real vooral fans heeft uit de hogere klasse. Drie studenten uit het Baskenland richtten Atletico Madrid in 1903 op. Als teamkleuren kozen ze de kleuren van Athletic Bilbao, hun eigen team. 18 jaar later werd de club volledig onafhankelijk van Bilbao. In het tweede jaar in de hoogste Spaanse divisie degradeerde de club naar de Secunda Division, waarna ze in 1934 weer op het hoogste niveau uitkwamen. Twee jaar later vloeiden de tranen opnieuw toen degradatie onvermijdelijk was. Het is niet voor niets dat één van de bijnamen van de supporters van de club 'los suffradors', 'zij die lijden' is...
De jaren '60 en '70 waren de beste jaren voor Atlético tot nu toe. Spijtig genoeg waren dit ook de topjaren van de grote concurrent, Real Madrid uit het noorden van de stad. Hoewel Atletico Madrid 5 kampioenschappen won, moesten ze noodgedwongen toekijken hoe Real Europese en wereldfaam veroverden.
Grote broer Real
Atlético staat altijd in de schaduw van grote broer Real. De club werd een jaar eerder opgericht en kreeg in 1920 het predicaat van koning Alfons XIII waardoor Real officieel Koninklijk is. Onder leiding van Santiago Bernabéu brak in de jaren '50 en '60 de glorietijd van De Koninklijke aan met 12 landstitels. 5 keer achter elkaar (1956-1960) won Real de Europa Cup I.
In de jaren '70 bleef Real Madrid domineren. Slechts een paar keer wist een club de macht in Spanje te breken. Later werd dat meer, toen Barça en Atléti sterker werden en er 3 echte topclubs in Spanje kwamen. Pas in 1998 won Real voor de 7e keer het Miljoenenbal. Ondertussen is de club recordhouder in de Champions League en won het de cup al 10 keer. Atlético won het toernooi nog nooit.
Onderlinge resultaat
Het is dus niet zo gek dat Real Madrid als favoriet wordt beschouwd. Qua onderlinge resultaten moet Atlético het ook afleggen tegen het grote broertje. Van de 158 competitiewedstrijden won Real er 85. Atlético trok slechts 39 keer aan het langste eind. In de Champions League troffen de aartsrivalen elkaar al 6 keer. Real won 4 keer. Atlético was in 1989 één keer te sterk voor De Koninklijke. Onder leiding van scheidsrechter Björn Kuipers won Real in 2014 na verlengingen. Atlético aast op revanche.
[poll id="140"]
)
)
)
)
)
)
)
)