Ze is de ster van het Nederlandse waterpoloteam en werd vorig jaar zelfs uitgeroepen tot de beste speelster van de wereld. De 23-jarige Simone van de Kraats vertelt richting de Olympische Spelen in Parijs over het imago van haar sport en hoe belangrijk het is meer te zijn dan een badmuts.
"Vanaf mijn zestiende kreeg ik het stempel groot talent", vertelt Van de Kraats in een groot interview in Helden Magazine. "Voor die tijd was ik een dunne spriet. Ik kreeg toen geregeld naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet kon schieten en dat ik het spel niet snapte. Leuk was het niet, ik denk dat het ook anders had gekund, maar ik ben er mentaal wel heel sterk van geworden."
Van de Kraats is niet alleen mentaal sterk. De linkshandige aanvalster staat ook fysiek meer dan haar mannetje. "Met de jaren werd ik steeds gespierder. Ik doe drie keer per week anderhalf uur krachttraining. Benen, rug, buik, schouders, armen; alles komt aan bod. Moet ook wel, want we moeten ons wapenen tegen de tegenstanders die vaak aan me hangen."
"Als ik in de spiegel kijk, dan ben ik blij met het lichaam dat ik door het waterpolo heb gekregen", aldus Van de Kraats, die in Spanje bij topclub CN Mataro speelt. "Ik krijg er ook eigenlijk alleen maar complimenten over, zo van: 'Wat ben jij lekker afgetraind.'"
'Elke positie een ander lichaam'
Binnen een waterpoloteam valt het verschil in lichaamsbouw al snel op als de deelnemers langs de kant staan. "Bij ons is het zo dat bij elke positie een ander lichaam hoort", legt Van de Kraats uit. "De sterkere meiden komen terecht op de centrale posities. Ik ben vooral heel snel, moet het van mijn explosiviteit en schot hebben. Daarvoor is het belangrijk dat ik niet op de posities kom waar ik de fysieke duels aan moet gaan. Doordat mijn snelheid een wapen is, moet ik ervoor waken dat ik niet te zwaar en gespierd word."
17 februari 2024, 18:51
De Olympische Spelen in Parijs zijn nog zes maanden weg, maar de loting voor de waterpolosters is al geweest. De Nederlandse vrouwen hebben zich geplaatst, maar zitten in Groep A met sowieso een angstgegner.
'Geen lelijke meiden'
Als het aan Van de Kraats ligt, zouden meer mensen op de hoogte zijn van de successen van de Nederlandse waterpolosters. "Het is belangrijk om zichtbaar te zijn als Nederlands team, om interviews als deze te geven, om een goed verhaal te hebben na een wedstrijd voor de camera van de NOS. Dat zijn momenten dat we onze cap af hebben, zijn we ineens meer dan een naam en een nummer op onze cap. Wij zijn geen lelijke meiden. Dat maakt het toch nog leuker om naar ons te kijken?"