INTERVIEW Olav Mol: 'Als je F1 als god ziet, ben ik de dominee'
i

ANP

INTERVIEW Olav Mol: 'Als je F1 als god ziet, ben ik de dominee'

admin • 13:50, 08-06-2016 / Laatste Update: 07:12, 08-01-2024

Olav Mol is al meer dan 25 jaar hét geluid en gezicht van de Formule 1 in Nederland. De commentator heeft in die tijd een hoop meegemaakt en heeft dat op laten schrijven in een boek. Sportnieuws-redacteur en F1-specialist Ilja GP Hilhorst schuift aan bij Olav om over zijn leven in de sport te praten.

Olav zit met zijn vrouw Alina aan een tafel in de Amsterdamse binnenstad. Cappuccino en een bonbonnetje erbij. Als Alina na een gesprekje in het Spaans (ze wonen ook in Spanje) even naar buiten loopt voor een pauze, geeft ze Olav met liefde een zoen. ,,Mijn secretaresse”, grapt hij. "Ze was nog nooit in Nederland geweest, dus dit is een goede reden.”

Die goede reden is het uitkomen van zijn boek, Een leven met Formule 1. Hierin blikt Olav terug op 25 jaar in de sport waarmee hij vergroeid is. We kennen hem natuurlijk van zijn legendarische verslag van de races, met de overwinning van Max Verstappen in Barcelona als hoogtepunt: ‘Johee, Johoo! Jo fucking hell wat bizar!’ Tijdens de GP van Monaco was Olav officieel 25 jaar F1-verslaggever.

GP Hilhorst: 25 jaar Formule 1, gefeliciteerd!

Olav Mol: ,,Het is wel bijzonder hoor. Ja, dat is redelijk lang.”

GPH: Wat zou je geworden zijn als je geen commentator zou zijn? Pitreporter Jack Plooij is bijvoorbeeld tandarts in het dagelijks leven.

OM: ,,Het is mijn hoofdbaan en voor Jack is het – niet oneerbiedig bedoeld – een bijbaan. Als ik mijn leven over zou moeten doen…” – hij denkt even na – ,,dan denk ik toch dat ik broeder op een ambulance zou worden. Ik heb een soort idioterie, een soort nuchterheid in die medische dingen. Als er wat gebeurt ook, als ik ergens ben en er valt iemand om, dan raakt iedereen in paniek. Ik roep dan: nou, we gaan kijken wat kunnen we doen?”

[poules_f1 athlete="verstappen ricciardo" url="http://sportnieuws.nl/games/formule-1-game"]

In het boek staat een verhaal over een moment uit 2008, tijdens een Grand Prix-weekend in Turkije. Olav ging knock-out. Geen enkele dokter of specialist kon vinden wat hij precies had, dus ging Olav zelf op zoek. Wat bleek? Hij had te weinig zout in zijn lichaam. Sindsdien eet hij zijn eten met wat meer zout. Ergens anders beschrijft hij hoe hij zijn diabetes ‘aanpakt’: in ieder geval niet door insuline te spuiten, wat de normale behandelmethode is.

GPH: Je hebt een speciale band met de medische kant van het leven.

OM: ,,Het interesseert me ook omdat ik ervan overtuigd ben dat er heel veel hier kan (wijst naar zijn hoofd). Letterlijk vanuit een mind power. Ik heb weleens dingen gelezen over placebo’s. Dat er mensen waren die dachten dat ze kanker hadden en dachten dat ze bestraald werden. Die werden kaal en de mensen die echt bestraald werden maar tegen wie werd gezegd: ‘we doen maar een testje, een dingetje’, die werden niet kaal. Ik geloof heel erg in die kracht van de geest.”

In het boek spreekt Olav open over het verlies van zijn vrouw Marjon, die in 2010 overleed aan de gevolgen van kanker.

GPH: Vond je het niet lastig om dat in het boek terug te zien?

OM: ,, Ik vind niks lastig. Als ik besluit om een boek te maken, dan weet ik: die memorabele interviews moeten erin, maar het ziekbed van mijn vrouw ook. Omdat ik hoop dat ik daarmee ogen kan openen. Ik hoop dat niemand hetzelfde hoeft te overkomen, want het blijft een smerige kutziekte, klaar. Als je het leest en je kunt er iets uit halen, dat je het daardoor een beetje kunt relativeren en hardop dingen zegt, dat is winst. Dat ik kan roepen: er is nog veel gelachen bij mij thuis in die periode. Dat je weet: er is iemand die een uitzaaiing hier heeft (wijst naar zijn hoofd) en het kortetermijngeheugen is weg. Ook een les is dat je ophoudt met corrigeren. Het is heel normaal dat ze zei: doe mij die banaan effe. Banaan? Dat is een telefoon. O ja, natuurlijk. Maar de tweede keer zeg je: prima schat, hier heb je die banaan. Ik probeerde haar zo min mogelijk te confronteren met het feit dat ze dingen niet meer wist.”

GP Hilhorst: Met Max Verstappen zijn het gouden dagen voor de F1 in Nederland. Vind je het raar dat er ineens zo veel interesse is voor jouw sport?

Olav Mol verbetert: ,,Het is in die zin de 2e keer. De 1e keer was de aanleiding een dodelijk ongeluk (Ayrton Senna in 1994, GPH.), nu is de aanleiding een Nederlandse overwinning. Het zijn de uitersten van beide kleuren die de autosport in zich heeft. Nieuwe winnaars zijn voor mij altijd mooi. Dat dat Max is, dat brengt dan natuurlijk wat extra’s, want daar komt veel meer bij kijken. Mijn interesse is eigenlijk niet veranderd in de sport. Ik ben standaard nieuwsgierig.”

GPH: Word je er niet moe van om de F1 constant maar te introduceren bij het grote publiek? Elke keer hoor je maar: champagne en mooie vrouwen. Maar daar gaat het jou niet om.

OM: ,,Je ziet mij niet op feestjes, nergens, ook in Monaco niet. Aan de andere kant: als je de sport als god ziet, ben ik de dominee. Als je de dominee bent, dan moet jij dus iets verkondigen. En iets verkondigen is weer anders dan iets droog te vertellen. In mijn hoofd is het altijd een vorm geweest van zieltjes winnen, om mensen uit te leggen wat ik er leuk aan vind.”

GPH: Eigenlijk ben ik ook opgegroeid met jou. Als ik mijn ogen sluit, hoor ik echte Olav-woorden als touché, bizar, eraf tetsen…

OM: ,,Dat vind ik eng. Dat is raar, ik weet ook niet waarom. Ik realiseer me dat ik voor veel mensen Formule 1 in Nederland ben. Weet je wat het engste is? Als ik op een evenement of zo ben, dan komt er zo’n echtpaar naar me toe met 2 kinderen van 5, 6 jaar en die roepen dan: kijk jongens, dit is nou die meneer voor wie we elke twee weken op zondag thuisblijven! Ga dan lekker naar buiten met die kids! Aan de andere kant kom ik ook gasten tegen van 28 die zeggen: ik keek vroeger met mijn vader. Nu kijk ik met mijn eigen kind en zit ik nog steeds naar jou te luisteren! Dat is wel even een wake up-call. Maar... ik ben ook nog maar 54. En ik weet wel: toen ik 25 was, was iemand van 54 een oude lul. So be it.”

GPH: Ik ben 25 en ik vind jou geen oude lul.

OM: ,,Ik heb kinderen en kleinkinderen en die houden mij jong. Mijn kleinzoon vindt F1 helemaal te gek. Ze wonen bij mij onder het huis in Calpe (vlakbij Alicante in Spanje, red.) in een appartement. 1 groot feest.”

GPH: Stel dat je 1 F1-regel mag veranderen, wat zou je dan doen?

OM: ,,Wow! – denkt na – Gaskabel. Je hebt dan vol-gas of niet vol-gas. Tegenwoordig heb je door allerlei techniek dat het vermogen er langzaam in komt via het gaspedaal. Zegt de FIA: dan heb je de kans dat een auto uitvalt op een onderdeel van 2 euro 80.”

GPH: Je geeft toe dat je geen journalist bent. Is dat geen trucje om zo meer informatie los te krijgen?

OM: ,,Ik ben in elk geval embedded, onder de radar. Daar voel ik mij prettig bij. Natuurlijk haal ik dingen naar boven en meld ik die bij anderen. Maar je gaat je eigen huis niet in de fik steken. Ik ben afhankelijk geworden van dit werk en dat gaat prima. In de praktijk komt dat erop neer dat als de EO de volgende is die de uitzendrechten koopt, dan ga ik voor de EO werken. Dan denk ik dat ik mijn woordgebruik een beetje moet aanpassen”, zegt hij lachend.

Olav heeft het bijvoorbeeld over zijn teksten in de laatste ronde van Verstappen in Spanje, waarin hij zijn inmiddels beroemde ‘Johee, Johoo! Jo fucking hell wat bizar!’ uitriep.

GPH: Bij Formula One Management, de mediaorganisatie van de F1, waren ze daar niet zo blij mee hè?

OM: ,,Maar ja, ze kennen mij ook. Ze weten hoe het gaat. Ik vind dat ik mag en kan werken in dienst van de sport. Ik haal mijn informatie niet bij de persdame, maar bij de monteur die ik ken. Zij spreken mij ook aan. Of van een collega die inside information heeft. Die dingen delen wij dan. Verdeel en heers in positieve zin. Maar als ik explosieve informatie zou vinden, zou ik de bom niet laten ontploffen.”

Door: Ilja GP Hilhorst

Een leven met Formule 1 (Q, 2016) ligt al in de boekwinkels.

[poules_f1 athlete="rosberg hamilton" url="http://sportnieuws.nl/games/formule-1-game"]