BLOG: Vleugelverdedigers moeten voorbeeld nemen aan bierbuikbacks
i

ANP

BLOG: Vleugelverdedigers moeten voorbeeld nemen aan bierbuikbacks

admin • 18:01, 18-12-2015 / Laatste Update: 23:32, 12-12-2023

De focus van rechts- en linksbacks zou best wat vaker op hun verdedigende taken mogen liggen, vindt columnist Bram Steenbeek. ,,Je zou bijna gaan denken dat die profs een voorbeeld moet nemen aan al die bierbuikbacks.''

Er was ooit een wijze voetbalgeest die bedacht dat links- en rechtsbacks veel meer kunnen dan alleen hun directe tegenstander het leven zuur te maken. De verdedigende taak is belangrijk, maar als je voorzetten goed zijn als back, verdien je pas echt een pluim. Je ziet dat soort backs ook alleen maar op het hoogste niveau. Bij de recreatieve voetballers staan vaak de minst getalenteerde spelers op die positie.

Bij de hobbyisten blijven de backs negentig minuten lang rondsjouwen. Hoe anders is dat in de eredivisie. Het lijkt wel op een brommerrace op de flanken. Optrekken, afremmen, terugschakelen en daarna weer vol gas vooruit. De meesten halen de achterlijn zelden of nooit. Hun motor slaat af nog voordat de spits de bal kan promoveren tot doelpunt.

Je zou bijna gaan denken dat die profs een voorbeeld moet nemen aan al die bierbuikbacks.

Die houden hun taak lekker simpel. Minimale inspanning, maximaal resultaat. Als zij een bal op de helft van de tegenstander krijgen, rossen ze hem uit onmacht maar meteen over de achterlijn. Heerlijk. Hadden we die maar in de eredivisie. We hebben alle soorten backs voorbij zien komen: diepgaande backs, solo-backs, trickstickbacks en in-balbezit-als-vleugelaanvaller-opgestelde backs. En haast niemand doet waar ze in de eerste plaats zo ver naar voren voor gerend zijn: een fatsoenlijke voorzet geven.

Wat kunnen we met de ballen van de backs in het weekend? Een stuk of zes ziekenhuizen vullen met net-niet voorzetten. Misschien moeten we een weeshuis oprichten voor alle ballen die het stadion zijn uitgeschoten of plotseling op een braakliggend stuk gras terechtkomen. Ik heb het te doen met Lars Veldwijk en Luuk de Jong. Die hebben een hoofd gekregen om ballen in het doel te koppen. Scoren doen ze nu nog wel, maar het hadden er zoveel meer kunnen zijn. Vorig jaar had Jetro Willems na zestien wedstrijden acht assists op zijn naam staan in de eredivisie; dit seizoen komen Santiago Arias, Joshua Brenet en Hector Moreno niet verder dan twee.

Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze regel, maar die dragen niet het shirt van PEC Zwolle. Als de twee ploegen zaterdagavond tegen elkaar spelen, staat naast de bank een pakje tissues al klaar: janken wordt het sowieso. Slechte voorzet? Fluit ze uit, laat het ze weten. Mocht het nou zo zijn dat één van de vleugelverdedigers de bal wel ineens op het hoofd van een spits weet te krijgen en hij scoort, juich dan niet voor De Jong of Veldwijk. Juich dan voor de assist. Dat blijkt veel moeilijker dan een doelpunt maken als spits.

Door: Bram Steenbeek