Als de klok middernacht slaat tijdens de jaarwisseling, dan gaan bij veel mensen in en om Volendam de nekharen nog overeind staan. Op dat moment, dit keer 25 jaar geleden, voltrok zich een ramp in café 't Hemeltje. Door afgestoken sterretjes in het café vatte kerstversiering brand en fikte alles af. Veertien jonge mensen stierven en honderden raakten er gewond. Kees Kwakman, oud-voetballer en analist bij ESPN, was een van de overlevenden.
Volendammer Kwakman was 17 in de tijd van de ramp in zijn dorp. Hij voetbalde in de jeugd van de club en zou later een grootse Eredivisie-carrière maken bij onder meer FC Groningen en NAC. Maar het scheelde niet veel of hij had ook tot de slachtoffers van de brand gehoord. "Heel even dacht ik: nou, dit was het. Ik ga dood. Ik kom hier niet meer weg. Ik was nuchter en had snel in de gaten dat ik moest wegwezen. Maar ja, ik kon geen kant op. Iedereen was in paniek. Ik ben, denk ik, over mensen heen gesprongen en geklauterd", blikt hij terug op die betreffende avond in gesprek met het Algemeen Dagblad.
'Dat heeft misschien mijn leven wel gered'
"Ik zag het licht van de sigarettenautomaat bovenaan de trap branden. Dat was voor mij een herkenningspunt. Daardoor wist ik welke kant ik op moest. Dat heeft misschien mijn leven wel gered. Ik heb me gewoon naar beneden laten vallen. Het is een mirakel dat ik niks gebroken had." Eenmaal buiten viel hij in de sneeuw en rende hij in paniek naar zijn opa en oma. Die sliepen al én waren doof voor zijn gebonk op ramen en deuren. Uiteindelijk belandde hij bij een wildvreemd gezicht en werd hij urenlang provisorisch behandeld aan zijn brandwonden op zijn handen en nek.
'Hij hoorde het gewoon sissen'
"Mijn handen en mijn nek voelde ik het meest. Mijn vader was inmiddels aangekomen in dat huis en hij hield steeds een natte handdoek in mijn nek. Hij hoorde het gewoon sissen. Als die handdoek eraf ging, schreeuwde ik: een nieuwe handdoek! Hij heeft anderhalf uur heen en weer gerend tussen mij en de kraan. Pas om 05.30 uur ben ik met de ambulance naar het ziekenhuis van Zaandam gebracht."
'Het gelukkigste slachtoffer van allemaal'
Achteraf noemt de voormalig verdediger zichzelf 'het gelukkigste slachtoffer van allemaal'. In de ongekende chaos wist hij aan de dood te ontsnappen en met 'maar' tweedegraads brandwonden in het ziekenhuis te belanden, waar hij na negen dagen pas uit werd ontslagen. "Alleen in mijn nek heb ik nog een litteken, de rest is allemaal genezen. Ik heb gelukkig geen trauma aan de ramp overgehouden. Dat zit ook een beetje in mijn karakter. Ik kan nare dingen makkelijk wegstoppen."
'Ik praat er eigenlijk nooit over'
Ook zijn gedachten zullen tijdens de jaarwisseling teruggaan naar die ene avond in 't Hemeltje die alles veranderde in het leven van honderden mensen én de rest van het dorp Volendam. "Ik stopte de gedachten aan de brand ook weg natuurlijk. Ik heb er nooit met een psycholoog over gesproken. Achteraf had ik dat misschien wel moeten doen. Want die ramp zit natuurlijk nog altijd in mijn systeem. Ergens. Ik praat er eigenlijk nooit over."
'Natuurlijk doet dat pijn'
Nu, 25 jaar later, komt bij Kwakman het besef dat hij mazzel heeft gehad en veel dorpsgenoten niet. Hij ziet nog geregeld overlevenden van de ramp, die nog altijd met de littekens kampen. "Natuurlijk doet dat pijn", zegt hij. Kwakman is onder de indruk van hoe ook zij hun leven weer opgepakt hebben na de fatale brand van een kwart eeuw geleden. "Dat is bewonderenswaardig."
)