ronald-florijn-Karolien-finn
i

Ronald Florijn (rechts op de foto links) en zijn kinderen Finn en Karolien. © ANP en Instagram

'Gouden' roeier Ronald Florijn gaat niet naar zijn kinderen kijken in Parijs: 'Ik stoor me al gauw als een dolle'

Nick Klaessens • 08:00, 25-07-2024

Ronald Florijn roeide met Nico Rienks op de Olympische Spelen van Seoul in 1988 naar het goud. In Atlanta 96 deden ze het nog eens dunnetjes over met de Holland Acht. Zijn kinderen Finn en Karolien komen aanstaande zaterdag in actie in Parijs. "Ik ga niet kijken, dan moeten die kinderen daar tijdens de race ook nog aan denken."

Als je terugdenkt aan je eigen deelnames aan de Olympische Spelen, wat is dan het eerste waar je aan denkt?

"De dag voor onze finale zag ik in het olympisch dorp een winkel waar ze maskertjes verkochten. Ik vroeg aan die mevrouw wat dat kostte, maar ze zei: 'Die zijn niet te koop, die krijg je als je wint'. Toen zei Nico Rienks: 'Dan komen we morgen terug.' Tijdens het feest na onze gouden plak zei een van de hockeysters: 'Je hebt een fax van Bea'. Ik ken helemaal geen Bea, dacht ik. 'En van Claus', probeerden ze nog. Een Claus kende ik al zéker niet. Kregen we een fax van die twee. Zo ging het maar door."

"In Seoul waren we de enigen met goud, samen met Monique Knol. Het hele land draaide om ons, zo leek het. Dat is wel anders nu we heel veel medailles winnen. Als er dan op Schiphol iemand uit dat vliegtuig stapt met vijf medailles, dan kun jij er zo voorbij met die ene. Dat maakt het anders. Het hangt ook af van hoe je zelf acteert in dat hele circus."

Komt het olympisch gevoel al een beetje naar boven?

"Ik hoop dat mijn kinderen het nu ervaren. Maar het is een strijd, hoor. Iedereen denkt dat de Olympische Spelen het beste zijn dat je kan overkomen, maar we vergeten dat meer dan 80 procent gefrustreerd naar huis gaat straks. Kijk, ik was achttien toen we in 1980 naar Moskou gingen, dan ben je nog een beetje onnozel en vind je alles prima. Maar als je iets in je hoofd hebt en het lukt niet… Sterker nog, kijk naar het goud van de Holland Acht in 96. Als het volk zich dan maar twee namen herinnert, dan kan dat gaan wringen in je hoofd. Zelfs als je goud wint, kun je gefrustreerd zijn. Je moet snappen dat het allemaal relatief is. Mijn kinderen snappen dit feilloos."

Heb je nog contact met roeiers van jouw generatie?

"Gek genoeg alleen met Jos van Iwaarden, die reserve was in 1996. Dat kan dus ook nog. Dat je niet roeit en dat mensen dan tegen je zeggen hoe mooi het is dat je erbij was. Dat snappen maar weinig mensen. We focussen op de hoezee, maar voor velen gaat die vlieger niet op."

Durf je je nog aan een voorspelling te wagen?

"Nee joh. Finn en Karolien zijn allebei favoriet. Daar heb je pas wat aan als het uitkomt."

Kijk je nog andere sporten dan roeien?

"Vroeger vond ik gewichtheffen heel grappig. Je kende die deelnemers natuurlijk niet, maar dan liep een coach van zo’n gewichtheffer vlak voor de poging naar hem toe, gaf die ‘m een paar klappen op zijn gezicht en dan ging zo’n gozer helemaal opgefokt aan een gewicht lopen trekken."

"En ik kan me John Ngugi nog goed herinneren, een Keniaan die in 88 de 5000 meter rende. Bij atletiek kan er altijd iets raars ontstaan. Ngugi liep in het begin helemaal achteraan alsof hij een krantje aan het lezen was, om vervolgens veel te vroeg in ieders ogen naar voren te sprinten. Op zo'n moment voel je een soort gemeenschappelijke bloedsomloop door het stadion kolken, wat een sensatie."

Finn en Karolien beginnen zaterdag aan hun tweede Olympische Spelen. Wat fijn dat je toevallig in Parijs bent.

"Nou nee, daarvoor ben ik niet in Parijs. Ik zal ergens wel de uitslag horen, maar hoe het ook loopt: ik laat mijn humeur er niet door beïnvloeden. Ik heb het zelf meegemaakt, dus ik weet hoe het werkt. Dan zit je op zo’n tribune tussen ouders die die ervaring niet hebben, en dan stoor ik me al gauw als een dolle. Ik zou iedereen met kinderen die meedoen adviseren om er niet heen te gaan. Je hebt ouders en kennissen die dan zeggen: we zitten daar en daar. Moeten die kinderen dan tijdens de race daar ook nog aan denken?"

"Mijn eerste Spelen waren in 1980. Dan kwam je thuis en dan vertelde je wat je beleefd had. Nu weet het publiek meer dan dat je zelf weet. Daar word je niet vrolijk van."