Het Nederlandse wielrennen zat bepaald niet in zijn beste periode toen er opeens weer een wereldtitel te vieren viel. Bij de amateurs, maar toch. De prestatie van Danny Nelissen in 1995 maakte zoveel indruk, dat hij zelfs tot sportman van het jaar werd verkozen. De Limburger vertelt openhartig over zijn bizarre avonturen tijdens het WK in Colombia.
Nelissen gaat in de podcast In de Waaier met Thijs Zonneveld en Hidde van Warmerdam in gesprek over het WK van inmiddels 30 jaar geleden. Op de vraag of hij als een van de favorieten gold voor de titel is de Limburger duidelijk: “Nee, helemaal niet, nee joh. Dit was een WK voor klimmers, speciaal ontworpen om een Colombiaan wereldkampioen te laten worden.” Toch werd Nelissen het.
De Nederlandse renners waren bij aankomst in Colombia weinig hoopvol voor de koers. De start was op 2500 meter hoogte. "Ik geloof dat de wedstrijd 4000 hoogtemeters had. Frans Maassen was gaan verkennen en die zei: 'Jongens, pak de koffer maar, we gaan weer naar huis. Dit is echt niet normaal.' Ik ben daar zelf toen naartoe gereden en ik wilde voor het eerst van mijn leven afstappen om te gaan lopen."
'Heel gevaarlijk'
Nelissen besloot zich echter niet gewonnen te geven. “Ik weet nog heel goed dat je onderweg een tussenstukje had, waarna je bergop ging en dat ging je linksaf en met 120 kilometer per uur omlaag, door de huizen. En wat het heel gevaarlijk maakte daar: al die zwerfhonden.”
“De dag voor de WK stonden er echt scherpschutters al die honden af te knallen. Er zijn echt tientallen honden doodgeschoten om dat een beetje veilig te krijgen.” Zonneveld kan zijn oren niet geloven: “Dat vind ik echt heel zielig.” “Dat is het ook”, bevestigt Nelissen.
“Maar je moet je indenken, je ging naar een land… Als je nu Narcos kijkt op Netflix, zo was het gewoon. Je kon gewoon het hotel niet uit zonder een militaire begeleider. Met een geweer op zijn rug en een brommer. Je ging ‘s avonds echt niet zomaar op stap, dat gebeurde gewoon niet. Je kreeg een waarschuwing: rij niet door plassen water, want die kunnen gerust 60 centimeter diep zijn. Dan rij je heel je fiets dubbel. En jezelf.”
Ome Jean
Nelissen besloot de hele wedstrijd in zijn eigen tempo de klimmen over te fietsen en vond vervolgens telkens in de afdaling weer aansluiting bij zijn collega's. Daarmee bespaarde hij veel energie en na een vroege aanval kwam hij solo over de finish. Het commentaar bij de wedstrijd was in handen van Mart Smeets en Danny's oom Jean Nelissen.
'Het was heel bizar'
Wat Nelissen allemaal meemaakte in Colombia, is hij de rest van zijn leven niet meer vergeten. "Het was echt iets bijzonders. Ik weet nog goed dat we in colonne met een soort van tank, met een kanon of een mitrailleur bovenop, naar het hotel reden. Over die wegen met stops waar alles gecontroleerd werd. Want het was natuurlijk burgeroorlog. En wij gingen daar gewoon fietsen..."
"En dan ook nog op die hoogte. Het was een heel bizarre en ook surrealistische omgeving. Mensen waren fantastisch, ze waren echt koersgek. Ik weet nog dat een man, die niet eens schoenen aanhad, me een heel mooie doek aanbood. Ik gaf die man vijftig dollar en toen zei iemand dat ik hem voor vijf ook had gehad. Maar ja, die man had helemaal niets. Het was echt bizar om dat te zien, zulke extreme armoede en dan komen wij daar een beetje een WK rijden. Dat deed me wel wat."
Doping
De inmiddels 54-jarige Nelissen reed in 1996 en 1997 voor Rabobank en droeg in dat eerste jaar in de Tour de France de bolletjestrui. In 1998 moest hij na hartklachten stoppen met fietsen. In 2013 bekende hij tijdens zijn loopbaan doping te hebben gebruikt.