BLOG: Andrew Driver zorgt voor zwart-wit beelden in eredivisie

BLOG: Andrew Driver zorgt voor zwart-wit beelden in eredivisie

admin • 12:52, 28-02-2016 / Laatste Update: 06:48, 07-01-2024

Ik heb altijd al een zwak gehad voor buitenom vliegende buitenspelers. Mauro Rosales was zo iemand in de tijd dat hij nog bij Ajax speelde, Anwar El Ghazi doet tegenwoordig nog een poging om het verouderde beroep van zijlijnflitser nog even uit zijn graf te halen. De koning van het 'buitenompje' is natuurlijk Marc Overmars. Hij lijkt dan ook de laatste speler te zijn die de simpelheid van de buitenspeler belichaamde: met één balcontact je directe tegenstander passeren.

Als ik terugdenk aan de afscheidswedstrijd van Jaap Stam tegen Ajax, staat het kippenvel weer over mijn lichaam. De gestopte Overmars, destijds directeur bij Go Ahead Eagles, rent Ajax-back George Ogararu drie kwartier lang he-le-maal zoek. Overmars liet zien hoe simpel voetbal kon zijn. Hoe hij zijn man opzocht, een kleine lichaamsschijnbeweging maakt en daarna die bal voor zich uit ramt, er volle bak achteraan rent en net voor de achterlijn de bal voor kan geven. Tegenwoordig hebben de links- en rechtsback vooral die taak. De buitenspeler is de laatste jaren van galopperend renpaard naar jonglerende koorddanser gegaan. De buitenspeler anno 2016 haalt de achterlijn niet meer, maar truct zich een weg van buiten naar binnen. De moeilijke weg boven het simpele pad. Als het lukt, wint het oog. Als het niet lukt, verlies je de bal.

Op goal rammen

De acties van Overmars en Ryan Giggs zijn in kleur geschoten, maar voelen als prehistorische zwart-wit beelden. Ja, het voetbal evalueert. Zelfs het klassieke Engelse systeem waarin Leicester City (4-4-2) speelt, bestaat niet meer zonder naar binnen komende buitenspelers. Vloeken in de kick-and-rush-kerk. Maar geef Leicester eens ongelijk: Riyad Mahrez is nou eenmaal veel gevaarlijker in de as dan aan de buitenkant, bewijzen zijn statistieken dit jaar. Maar geldt dat ook voor spelers als Sam Larsson? Samba Sam heeft weinig danspasjes in huis dit seizoen. Het is elke keer hetzelfde trucje: beetje dreigen, binnendoor schieten en op goal rammen.

Afscheiding

Zonder dat opvliegende gras van onder de noppen van een naar voor vliegende vleugelspeler is de zijlijn niets meer dan de afscheiding van het speelveld in plaats van de plek waar het publiek normaal op het puntje van zijn stoel gaat zitten. Bij het grootste deel van de eredivisiewedstrijden ligt mijn broek na de eerste vijf minuten al op mijn enkels na het mislukken van zestien binnendoorpogingen. Het is om gek van te worden.

"Word eens wakker, Bram. Dat soort helden krijgen we niet meer. Overmars was buitencategorie en zo snel dat 'ie Max Verstappen nu nog steeds zonder problemen bijhoudt."

"Wat denk je van El Ghazi, dan?"

"Weer zo'n voorbeeld. Ga je elke snelle voetballer nou noemen? Want zonder snelheid hoef je het echt niet te proberen. En daarbij: je kunt beter binnendoor rijden, dan voorkom je files en ben je altijd sneller bij je doel."

"Als een buitenspeler altijd zo'n briljante oplossingen vond in balbezit, stond 'ie wel op 10 of centraal op het middenveld. Ze [buitenspelers] hebben gewoon meer PK's in hun benen dan voetbalintelligentie in hun kop. Het lijkt net alsof ze alleen naar op hun van te voren geprogrammeerde bestemming rennen. Alsof ze een TomTom hebben."

"Neem de eerste afslag links naar een doelpunt?"

"Dat zou je wel denken, hè. Maar nee, meer naar 'balverlies'. Kun je meteen doorrijden richting 'tegencounter'."

In meer dan één opzicht is de wedstrijd tussen sc Heerenveen en De Graafschap er een tussen twee generaties buitenspelers. De oplettende kijker zag tussen het kleurrijke duel tussen De Graafschap en Vitesse een blauw-witte, Britse oldtimer over de linkerkant van het veld zoeven. Als Andrew Driver aan de bal kwam, schakelde het beeldscherm even over op zwart-wit. Heel even kwamen Overmars, Giggs, Rosales en al die andere vleugelflitsers weer tot leven toen Driver de simpelheid van voetbal weer even liet zien: de bal inspelen, als een malle over je aangespeelde teamgenoot heen denderen, de bal terugkrijgen en voorgeven op de spits. In één balcontact langs je man; het is onbegrijpelijk dat makkelijke oplossing langzaam uit het (moderne) voetbal verdwijnt.