Een paar bizarre vragen uit de KNVB-toets voor scheidsrechters in opleiding
i

Soccrates Images

Een paar bizarre vragen uit de KNVB-toets voor scheidsrechters in opleiding

Martijn Baars • 17:00, 25-09-2019 / Laatste Update: 19:01, 04-01-2024

Er wordt elk weekend gescholden op of over scheidsrechters. Of het nou in de Eredivisie is of in de diepste krochten van het amateurvoetbal. Ze doen het nooit goed, terwijl ze wel hun best doen. De KNVB doet op zijn beurt z'n best om scheidsrechters zo goed mogelijk op te leiden en legt arbiters in opleiding ook regelmatig de spelregeltoets voor. En die is lastig zat!

We hebben de scheidsrechterstoets eens bekeken en er een paar bizarre vragen uitgehaald. Als je dit soort dingen uit je hoofd moet leren, snappen we het wel als er af en toe wat verwarring ontstaat.

Had jij de antwoorden geweten? De antwoorden op de 10 hieronder gestelde vragen vind je helemaal onderaan het artikel.

1. Bij een lichtwedstrijd wordt de keeper verblind door het flitslicht van een fotograaf. De aanvallende partij weet nu te scoren. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij keurt het doelpunt af, laat de fotograaf verwijderen door de aanvoerder van de thuisspelende vereniging, want het gebruik van flitslicht is verboden en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

B. Hij keurt het doelpunt af en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

C. Hij keurt het doelpunt goed, want het gebruik van flitslicht is toegestaan.

D. Hij keurt het doelpunt goed, want het flitslicht komt van buiten het speelveld. Wel zal hij via de aanvoerder van de thuisspelende vereniging de fotograaf verzoeken om op een plek te gaan staan waar niemand hinder kan ondervinden van het gebruik van een flitslicht.

2. Bij het nemen van een strafschop wordt de keeper in de war gebracht doordat op het moment van schieten van de bal een andere aanvaller plotseling hard schreeuwt. Wat beslist de scheidsrechter, indien de bal in het doel gaat?

A. Hij keurt het doelpunt af en hervat met een directe vrije schop tegen de schreeuwende aanvaller.

B. Hij laat de strafschop overnemen en toont de schreeuwende aanvaller een gele kaart.

C. Hij keurt het doelpunt af, hervat met een indirecte vrije schop tegen de schreeuwende aanvaller en toont deze de gele kaart.

D. Hij laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.

3. De verdedigende partij schiet een directe vrije schop van binnen het eigen strafschopgebied per ongeluk rechtstreeks in het eigen doel. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hoekschop.

B. Doelschop.

C. Directe vrije schop overnemen.

D. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij

4. De inwerpende speler staat buiten het speelveld. Zijn inworp is correct, maar hij gooit opzettelijk de bal in het gezicht van een tegenstander. Hoe wordt het spel hervat, nadat de inwerpende speler van het speelveld is gezonden door het tonen van de rode kaart?

A. Met een directe vrije schop vanaf de plaats waar de getroffen speler stond.

B. Met een directe vrije schop vanaf de plaats waar de ingeworpen bal over de zijlijn ging.

C. Met een inworp voor dezelfde partij.

D. Met een inworp voor de tegenpartij.

5. Een wisselspeler loopt zich warm achter zijn eigen doellijn. Op het moment dat de bal in het doel dreigt te gaan, loopt hij het veld in en slaat hij de bal met zijn handen uit het doel. Op deze wijze voorkomt hij dat er gescoord wordt door de tegenpartij. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij fluit af, toont de wisselspeler de rode kaart voor het voorkomen van een doelpunt en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de lijn van het doelgebied het dichtst bij de plaats van de overtreding.

B. Hij fluit af, toont de wisselspeler eerst de gele kaart voor het zonder toestemming betreden van het speelveld en vervolgens de rode kaart voor het voorkomen van een doelpunt hervat het spel met een strafschop.

C. Hij fluit af, toont de wisselspeler de rode kaart voor het voorkomen van een doelpunt en hervat het spel met een strafschop.

D. Hij fluit af, toont de wisselspeler de rode kaart voor het voorkomen van een doelpunt en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaatst waar de bal het laatst geraakt werd.

6. De keeper neemt een doelschop. Van buiten het strafschopgebied komt de bal rechtstreeks bij hem terug, omdat de scheidsrechter de bal raakte. De keeper speelt de bal nu met de hand. Wat moet de scheidsrechter doen?

A. Doelschop overnemen.

B. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij.

C. Strafschop voor de tegenpartij.

D. Scheidsrechtersbal op de plaats waar de scheidsrechter de bal raakte.

7. Een speler mag een directe vrije schop nemen buiten zijn strafschopgebied. Hij wil de bal naar zijn keeper spelen, maar omdat dit niet met de voet mag, speelt hij de bal met zijn knie terug op zijn keeper en de keeper pakt de bal in zijn handen. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij fluit af en kent een indirecte vrije schop toe aan de tegenpartij op de plaats waar de keeper de bal oppakte.

B. Hij fluit af en kent een indirecte vrije schop toe aan de tegenpartij op de plaats waar de speler de vrije schop met de knie nam.

C. Hij fluit af, toont de speler een gele kaart en laat de vrije schop overnemen.

D. Hij laat doorspelen.

8. Als de bal uit een scheidsrechtersbal op de grond is gekomen, trapt een speler de bal rechtstreeks in het doel van de tegenpartij. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hoekschop.

B. Doelschop.

C. Doelpunt.

D. Scheidsrechtersbal overnemen.

9. Tijdens de rust is een speler vanwege toiletbezoek te lang in de kleedkamer achtergebleven en de wedstrijd is zonder hem hervat. Deze speler betreedt vervolgens zonder toestemming van de scheidsrechter het speelveld en wordt in het strafschopgebied van de tegenpartij door een tegenstander tegen de benen geschopt. Op dat moment constateert de scheidsrechter, dat deze speler zich tegen de regels op het speelveld bevindt. Wat moet de scheidsrechter beslissen als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

A. Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, toont de speler die zonder toestemming zijn team completeerde een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen de schoppende speler.

B. Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, toont de speler die zonder toestemming zijn team completeerde een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen deze speler.

C. Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, toont de speler die zonder toestemming zijn team completeerde een gele kaart en laat het spel hervatten met een strafschop tegen de schoppende speler.

D. Hij stuurt de schoppende speler van het speelveld, toont de speler die zonder toestemming zijn team completeerde een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

10. Een trainer is ontevreden over een speler die zijn opdrachten niet goed uitvoert en hij maakt dit tijdens de wedstrijd aan de speler met gebaren duidelijk. De speler reageert kwaad, loopt het veld uit en slaat zijn trainer. De scheidsrechter ziet dit, fluit af en toont de speler de rode kaart. Hoe moet het spel worden hervat?

a. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken.

b. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de zijlijn het dichtst bij de plaats waar de trainer werd geslagen.

c. Scheidsrechtersbal op de plaats van de overtreding.

d. Scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal het laatst geraakt werd.

Antwoorden:

1: A

2: B

3: A

4: A

5: C

6: D

7: C

8: B

9: C

10: B