alles-weten-formule-1-nieuw-regels-banden-punten-drs
Max Verstappen / Getty Images
i

alles-weten-formule-1-nieuw-regels-banden-punten-drs

Nieuwe Formule 1-fan? Kom alles te weten over puntentelling, banden, DRS en meer

14:03, 21-02-2024 / Laatste Update: 15:51, 21-02-2024

Het is tijd voor een nieuw Formule 1-seizoen. En dat is altijd hét moment voor een nieuwe fans om er eens goed voor te gaan zitten. Lees hier alles wat je moet weten over de Formule 1: van regels over de banden tot de puntentelling.

Elk jaar komen er - gelukkig - veel nieuwe Formule 1-fans bij. Zeker de Netflix-serie Drive to Survive draagt daar aan bij. Om te zorgen dat al die rookies goed klaar zitten voor de televisie, zijn hier wat handige feitjes en regeltjes.

Banden: soft, medium en hard

Voor zo'n Formule 1-weekend worden de banden gekozen. Pirelli is de bandenleverancier en levert voor elk weekend speciale banden aan. Bij een race kiezen de coureurs uit drie soorten banden: soft (rood), medium (geel) en hard (wit).

Op de softband (de zachte band) gaan de coureurs harder, maar ze kunnen er korter op rijden. Op de harde band gaan de coureurs wat zachter, maar rijden ze weer veel langer op door. Coureurs moeten elke race minimaal één keer van band wisselen en moeten dan een andere kleur band kiezen. Dat doen ze bij een pitstop: de coureurs gaan dan de pitstraat in, waar de monteurs van de teams binnen drie seconden de banden wisselen.

Verdieping: Pirelli heeft eigenlijk vijf soorten banden: C1 tot en met C5, waarvan ze er ieder weekend drie meenemen naar een Grand Prix (race). De C1 is het allerhardst, de C5 het zachtst. Stel dat Pirelli C1, C2 en C3 meeneemt, zijn dat hard (C1, wit), medium (C2, geel) en soft (C3, rood). Maar als Pirelli C3, C4 en C5 meeneemt, is C3 opeens hard en dus wit. C4 is dan medium/geel, C5 is soft/rood.

Band

Voorbeeld A

Voorbeeld B

C1

Hard

C2

Medium

C3

Soft

Hard

C4

Medium

C5

Soft

Opbouw van een Formule 1-weekend

Goed, de banden zitten eronder. Tijd om te racen? Een soort van. Een Formule 1-weekend bestaat niet alleen uit de race. Op vrijdag staan er twee vrije trainingen op het programma, waarin de coureurs mogen wennen aan hun auto én de baan waarop ze rijden. Op zaterdag is er dan nog een vrije training, waarna de kwalificatie voor de race is. Vóór de kwalificatie mag er nog ongestraft aan de auto worden gesleuteld, daarna niet meer.

De kwalificatie is ook bijzonder. Eerst gaan alle twintig coureurs de baan op bij Q1. Zij hebben achttien minuten de tijd om een snelle ronde neer te zetten. De vijf langzaamste coureurs vallen dan af, waarna de overige vijftien coureurs naar Q2 gaan. Dan hebben zij nog vijftien minuten om opnieuw een tijd neer te zetten, waarna de snelste tien coureurs weer doorgaan naar Q3. In Q3, die twaalf minuten duurt, worden de voorste tien startposities bepaald.

Tijd voor de race. Op zondag staat de race op het programma en die is altijd 300 kilometer lang. Vaak komt dat neer op een uur en twintig minuten. Het kan een stuk langer duren als er veel ongelukken zijn of als het regent.

Verdieping: er bestaan ook weekenden met sprintraces. Dan ziet het weekend er weer héél anders uit. Daar meer over lezen doe je hier.

Puntentelling

Degene die als eerste over de finish komt na die 300 kilometer ontvangt 25 punten voor het coureurskampioenschap. Stel dat Max Verstappen van Red Bull eerste wordt (25 punten) en zijn teamgenoot Sergio Pérez tweede (18 punten), ontvangt Red Bull 43 punten voor het constructeurskampioenschap.

Overigens levert het rijden van de snelste raceronde ook nog één punt op. Die coureur moet dan wél in de top tien eindigen. Als de nummer vijftien van de race de snelste raceronde rijdt, gaat het extra punt dus naar niemand.

Nummer 1

25 punten

Nummer 2

18 punten

Nummer 3

15 punten

Nummer 4

12 punten

Nummer 5

10 punten

Nummer 6

8 punten

Nummer 7

6 punten

Nummer 8

4 punten

Nummer 9

2 punten

Nummer 10

1 punt

DRS

Inhalen bleek niet altijd even makkelijk tijdens een Formule 1-race en dus bedachten de bazen een slimmigheidje. Als de coureurs binnen één seconde van hun voorligger zitten, mogen ze hun achtervleugel openklappen. Dat levert nog meer snelheid op, omdat de vuile lucht wordt verminderd. Oftewel: DRS (drag reduction system).

De kans op inhalen wordt op die manier groter en levert dus meer spanning op. Dit mag pas vanaf ronde twee. Er zijn speciale DRS-stukken waar die achtervleugel open mag. Dit zijn lange, rechte stukken. In de bochten de achtervleugel open hebben is namelijk enorm gevaarlijk.

Gele en rode vlaggen

Er wordt regelmatig met vlaggen gezwaaid in de Formule 1 en dat krijg je ook op de televisie te zien. Dat gebeurt om de veiligheid te waarborgen. Als een coureur van de baan schiet of even langs de baan staat, wordt er een gele vlag gezwaaid. Andere coureurs mogen dan elkaar niet inhalen.

Als er een flink ongeluk is gebeurd en er liggen overal brokstukken (of erger nog: de auto staat in de brand), wordt wel eens de rode vlag gezwaaid. Alle coureurs moeten dan terugkomen naar de pitstraat, de plek waar ze hun banden wisselen. Er zit gelukkig nog wel iets tussen de gele en de rode vlag.

Safety Car en Virtual Safety Car

Namelijk: de Safety Car. Als er brokstukken van de baan moeten worden gehaald, komt er een Safety Car op de baan. Alle coureurs moeten dan achter die speciale auto aansluiten en daar 'zachtjes' achteraan rijden. Mensen rondom de baan (marshalls) hebben dan tijd om de brokstukken op te ruimen.

Er is ook nog de Virtual Safety Car, voor als er niet zoveel rommel op het asfalt ligt. De coureurs moeten dan een bepaalde snelheid aanhouden, waardoor het gat tussen de rijders voor en achter je hetzelfde blijft.