Ex-hockeyer Pepijn Keppel: 'Als ze met gay en flikker scholden dacht ik: ze hebben me door'
i

Keke Keukelaar

Ex-hockeyer Pepijn Keppel: 'Als ze met gay en flikker scholden dacht ik: ze hebben me door'

Marcel Roes • 15:44, 18-05-2022 / Laatste Update: 23:53, 11-12-2023

Topsport en homoseksualiteit: die 2 gaan nog niet altijd vreedzaam en vanzelfsprekend samen. Verbeteringen zijn er zeker, maar het kan én moet sneller. Ex-tophockeyer Pepijn Keppel (26) wil daaraan bijdragen. Hij schreef een boek over zijn ellendige tijd als groot hockeytalent, toen hij niet uit durfde te komen voor zijn homoseksuele geaardheid: De laatste man. "Ik hoop dat dit boek iedereen laat zien dat het oké is om anders te zijn dan de rest."

Door: Marcel Roes

Keppel begon op zijn 6e met hockeyen. De verdediger bleek het aardig te kunnen en hij trainde zich helemaal suf. "Ik ging door tot het bittere eind", zegt Pepijn Keppel tegen Sportnieuws.nl. "Ik heb regelmatig doorgespeeld met grote blessures. Ik heb nog steeds last van mijn rug. Als hockeyer sta je de hele tijd gebogen."

Met die combinatie van talent en inzet schopte hij het ver: op zijn 15e was hij vice-aanvoerder van Nederlands Jongens B, dat in 2012 Europees kampioen werd. Toch had hij geen plezier in hockey. Helemaal niet zelfs. Hoe kwam dat?

Niet naar zijn zin

"De hoofdreden dat ik het niet naar mijn zin had, was omdat ik 2 wedstrijden moest spelen. De 1e was op het veld, tegen de tegenstander. De 2e was tegen mezelf. Ik vocht ook tegen mijn geaardheid. Ik wilde me daar in eerste instantie tegen verzetten. Ik ging toch door met hockey, want ik wilde mijn ouders trots maken. Ik wilde laten zien dat ze het goed hadden gedaan. En ik identificeerde me als topsporter. Ik was Pepijn de hockeyer en daar wilde ik geen afstand van doen. Als ik dat wel deed, wie was ik dan nog?"

'Doe niet zo gay man'

Hij durfde niet uit te komen voor zijn geaardheid, omdat hij vreesde dat het als een zwakte zou worden gezien. En zwakte vertonen, dat kan niet in de topsport. Ook vreesde hij gepest te worden. Zijn teamgenoten waren jongens met een grote en vaak grove mond. 'Flikker' en 'gay' waren hun favoriete scheldwoorden.

'Je moet wel heel gay zijn om die bal naast het doel te krijgen', 'Doe niet zo gay man'; dat soort dingen hoorde Keppel constant. Bij zulke opmerkingen dacht hij soms: 'Shit, ze hebben me door'. Soms schold hij ook gewoon mee, al ging dat tegen zijn karakter in. "Je denkt: als ik niet met ze meedoe, dan verdenken ze me misschien van iets."

Stoerdoenerij

Maar het ging verder dan schelden met die woorden. Teamgenoten maakten ook keer op keer spottende 'grapjes' over homoseksualiteit. In het boek schrijft Keppel dat er dingen werden gezegd als: 'Flip kan teringlekker pijpen, ouwe' en 'Je houdt zo van mijn piemel, hè?' Dat was nogal verwarrend. Was dat echt, was het spel, was het fantasie? "Ik wist niet zo goed wat ik er mee aan moest. Maar ik denk dat het meer als stoerdoenerij gebruikt werd. Meeloperij, elkaar overtroeven, bluffen."

Topsportgevangenis

Op zijn 18e kwam hij uit voor zijn geaardheid en geleidelijk begon hij het tophockey los te laten. Hij brak uit de topsportgevangenis. De angst om ontmaskerd te worden viel weg. Zijn zelfbeeld veranderde, in positieve zin.

"Ik voel me nu heel goed ten opzichte van vroeger. Die worsteling vindt voornamelijk plaats in je hoofd en dat maakt het zo moeilijk om uit te leggen hoe ik die periode heb ervaren. Ik ben nu blij met wie ik ben. Ik hoop dat dit boek iedereen laat zien dat het oké is om anders te zijn dan de rest. Ik heb het geschreven voor iedereen die dit gevecht voert."

Medestanders

Bij dat gevecht is elke steun, hulp en bijval welkom. "De hockeybond heeft eindelijk contact met me gezocht. Ik wacht nu nog op een datum voor een gesprek. Ik heb van andere sportbonden niets gehoord. In het hockey is het erg, maar in het voetbal is het net zo erg. Ik had misschien wel verwacht dat de KNVB zou willen praten."

"Ik zag vandaag dat Rafael van der Vaart en Stefan de Vrij zich uitspreken tegen homofobe spreekkoren. Dat is zo belangrijk. Als zulke boegbeelden zich uitspreken, laten ze zien dat dit niet normaal is, dat het moet veranderen. Kinderen kunnen dan gaan denken: als hij er tegen is, dan ben ik er ook tegen."

Pepijn Keppel in het NOS Journaal over de voetballer Jack Daniels, die zichzelf out (tekst loopt door na de tweet)

Van het veld stappen bij spreekkoren

"Maar nogmaals: er is een hele lang weg te gaan. Laatst bij de oefenwedstrijd van Nederland tegen Duitsland werd 'alle Duitsers zijn homo' gezongen op de tribune. De voetbalbond doet er niets aan. Stel dat Stefan de Vrij in zo'n situatie tegen de anderen zegt: jongens, we gaan naar binnen, dit accepteren we niet. Dat zou fantastisch zijn."

"Georginio Wijnaldum is erg begaan met de strijd tegen racisme, maar hij zou net zo goed ook moeten opstaan voor homorechten en homoacceptatie. Het is dezelfde soort strijd die we voeren. We zijn allemaal minderheidsgroepen die door zulke spreekkoren worden geraakt."

Blijven strijden

In een ander interview zei Keppel: 'Ik ben helemaal geen homo die de hele dag bezig is met homo zijn'. Doordat hij naar aanleiding van De laatste man zoveel media-aandacht krijgt, lijkt hij daar nu wel toe te worden gedwongen. Verlangt hij inmiddels naar rust en anonimiteit?

"Nee hoor, dat ik daar de laatste tijd veel over praat, betekent niet dat ik er de hele tijd mee bezig ben. Als ik straks boodschappen ga doen, dan denk ik niet aan mijn seksualiteit. Ik vind het belangrijk om deze taak op me te nemen."

"Het is belangrijk dat mensen zich uitspreken. Als mensen daarmee stoppen, wordt het een heel moeilijke strijd. Het is een eer dat ik dit kan doen. Ik wil blijven strijden tot het niet meer nodig is."