)
)
)
)
)
)
Michael van Gerwen heeft er ook zo'n hekel aan: darters die eigenlijk bij voorbaat al zeggen dat ze geen geloof hebben in goede wedstrijd. Of darters die er maar een beetje met de pet naar gooien of niet waarderen dat ze er zijn. Daarom is het zo opmerkelijk dat zelfs bij het hoogst haalbare toernooi in het darten - het WK darts - er nog spelers zijn die zo in de wedstrijd staan. Letterlijk en figuurlijk. Voor zulke spelers zou er eigenlijk geen ruimte moeten zijn op het WK darts, schrijft Martijn Baars van Sportnieuws.nl.
Je zal maar het hele jaar bloed, zweet en tranen in het darten hebben gestoken. Je gezin bijna om de week achterlaten om pijltjes te gooien. Veel geld steken in reizen, verblijven. Allemaal in de hoop om het te maken. Om een carrière te kunnen maken van een hobby of een talent. En dan bijvoorbeeld Whitlock horen zeggen: "Ik denk dat ik helemaal ingemaakt word." Dat kun je als darter misschien wel dénken, maar moet je dat aan de wereld vertellen nog voor je eerste pijl geworpen is? En nog met een lach op je gezicht ook?
Zeg zoiets gewoon niet
Natuurlijk, iedereen verwachtte misschien ook wel dat Gary Anderson over Whitlock heen zou walsen. Zeker nadat Whitlock had laten zien wat hij kon tegen Paolo Nebrida. En ja, het gebeurde ook dat The Wizard pijnlijk verloor. Maar zég zoiets dan niet voor een camera als je nog moet spelen. Het darten is een van de weinige sporten waar verrassingen nog dagelijks voorbij komen. En: de ene dag is dan ook de andere niet. Wat moet een aspirerende darter wel niet denken als hij zoiets ziet? 'Als Whitlock al zoiets roept, dan zal ik het ook wel niet kunnen'.
Jongensboek dat te vroeg dicht gaat
Dan dat verhaal van Penhall. Op zich een jongensboek en leuk dat hij op het WK staat. Een vriend moest hem zelfs uitdagen om toch te gaan darten, na zijn verhuizing van Engeland naar Australië 18 maanden geleden. Via een internationale qualifier kwam hij in Ally Pally terecht en knap won hij als 51-jarige debutant in de eerste ronde van Jules van Dongen. Een opmars naar een droomvervulling was gemaakt. Zeker omdat Joe Cullen, zijn volgende tegenstander, ook niet een wereldtopper van jewelste is. Maar nog voordat die wedstrijd gespeeld is, vindt Penhall het eigenlijk allemaal al wel best.
- Dit is het speelschema van het WK darts
- Dit is het prijzengeld van het WK darts
Doel bereikt, niks boeit nog
Tegen de media zei de debutant: "Het ging mij erom om ooit op dit podium te spelen en dat is nu gelukt." Punt. Klaar. Doelstelling bereikt, de rest zal allemaal wel. Nogmaals: prima als je zo in het leven staat, maar zeg dat soort dingen dan pas als je eruit ligt. Dat maakt het dan wél leuk om te horen. Nu zul je zien dat het hem zondagmiddag tegen Cullen eigenlijk niets boeit wat er gebeurt, want zijn doel is al gehaald.
Dán krijg je pas een mooi interview
Hoe mooi was het geweest als Penhall zondagmiddag gewonnen had van Cullen en wie weet doorstoomt naar een WK-stunt en dan ná zijn uitschakeling pas zegt: "Het ging mij erom om ooit op dit podium te spelen en dat was al gelukt in de eerste ronde. Ik deed het gewoon voor de lol en naar mijn mening is dit ook gewoon het einde." Dan had je pas een mooi interview gehad.
Stukje professionaliteit
Nu heb je als fan, als beginnend darter, als gevorderd darter of als darter met aspiraties om ooit het WK darts te halen, toch geen 'juich-gevoel voor de underdog'. Nu is de hoop op een stunt van Whitlock en Penhall al weg voordat ze überhaupt moeten gooien. Als ze zo hun wedstrijden ingaan, dan zouden ze eigenlijk hun plek op het WK darts af moeten staan aan darters die er wel alles voor willen geven en dat ook uitstralen. Voor én na hun wedstrijden. Dat is een stukje professionaliteit. Daarin ben ik het roerend eens met Van Gerwen.
)
)
)
)
)
)
)
)