Waarom de 10 kilometer zo gruwelijk mooi is
i

ANP

Waarom de 10 kilometer zo gruwelijk mooi is

admin • 11:05, 15-02-2018 / Laatste Update: 15:25, 08-01-2024

De 10 kilometer saai? Absoluut niet. Als je er oog voor hebt, is het de mooiste afstand van het schaatsen, vindt Sportnieuws.nl-hoofdredacteur Stefan ten Teije. Hij legt in 5 redenen uit waarom.

De 10 kilometer begint donderdag om 12:00 uur en de ritten duren ongeveer 13 minuten. Lees ook: Ideale loting op 10 kilometer voor Kramer met start na Bloemen en Bergsma

1. Dé schaatsbewegingen

Vraag een kind van een jaar of 5 om op z’n sokjes in de woonkamer een schaatser na te doen en hij zal van links naar rechts bewegen in het ritme van de 10 kilometer. Beide handen op de rug, voorovergebogen.  Het is van adembenemende schoonheid hoe die gespierde lijven over het ijs glijden. De rust in de slag, de prachtige zijwaartse beweging - iedere schaatser met z'n eigen stijl. En dan dat rechterarm in een subtiele beweging omhoog als ze de bocht aansnijden om snelheid te maken. Wondermooi!

2. De rondetijden

De 10 kilometer is de afstand waarbij iedereen zich expert mag noemen in het beoordelen van de rondetijden. Waar we de afgelopen week van de commentatoren moesten horen of 24,5 ‘een goede opening was’, gaat het bij 'de 10' helemaal niet om de opening. Het gaat om de schema’s van rondetijden en hoe die zich tot elkaar verhouden. Luister naar het commentaar: ‘In deze ronde reed Bergsma een lage dertiger (30 seconden over een rondje van 400 meter), wat doet Sven Kramer? Oh, wauw, een 29,5: hij pakt weer een halve seconde!’ Na een paar van dit soort kreten, snap je precies waar je op moet letten en is elk rondje spannend.

3. De comebacks

In het verlengde van de rondetijden en de schema’s ligt ‘de opbouw van de race’. We weten van tevoren niet hoe de schaatsers hun race gaan opbouwen. Hoe lang houden ze hun lage rondetijden vast of kunnen ze zelfs nog versnellen? Waar we bij de sprintafstanden pas op de streep weten of we naar een winnende race hebben gekeken, zien we de schaatsers op de 10 kilometer constant stuivertje wisselen. Soms zien we miraculeuze comebacks. Dan worden de cijfers met de tussentijden rood en daarna weer groen. Dát maakt het zo spannend.

[poll id="823"]

4. De verzuring

Op iedere afstand verzuren de benen. Dan klimt de pijn in de spiervezels van de schaatsers. Op geen enkele afstand is dat zo mooi zichtbaar als bij de 10 kilometer. Na 6 of 7 kilometer zie je de eerste tekenen daarvan al op de gezichten verschijnen. De ene schaatser knijpt wat met z'n ogen, bij de ander gaat de mond wagenwijd open om zoveel mogelijk zuurstof de longen in te sturen. Er volgen misslagen, slecht aangesneden bochten en met een beetje geluk zien we een schaatser schuimbekken als een paard. De verzuring maakt van de 10 kilometer een heroïsch gevecht.

5. De wissel

Het is altijd afwachten of de wissels een rol van betekenis gaan spelen. Onthoud dit: de schaatser die van de buitenbocht naar de binnenbocht wisselt, heeft voorrang. De binnenbochtrijder moet dus goed kijken of hij z'n directe tegenstander niet in de weg zit. Anders moet ie even inhouden. Je hebt geluk als je precies achter je tegenstander kunt kruipen, want dan is de luchtweerstand laag en bespaar je energie.

Wissels gaan bijna nooit fout. Het zit in de natuur van de schaatser om goed te wisselen, daar denkt ie niet eens bij na. Maar we weten wat er 8 jaar geleden gebeurde. Sven Kramer liet zich door coach Gerard Kemkers de verkeerde baan in sturen. Het kostte hem goud. Voor Kramer is de 10 kilometer de heilige graal. Hij moet en zal hem winnen. Het drama van die wissel maakt de spanning van de 10 in Pyeongchang om te snijden.