Leegloop Jumbo-Visma komt sommige schaatsers wel goed uit: 'Ben nu één van de gasten waar naar gekeken wordt'
Schaatser Joep Wennemars blijft bij Jumbo-Visma. ©Pro Shots

Leegloop Jumbo-Visma komt sommige schaatsers wel goed uit: 'Ben nu één van de gasten waar naar gekeken wordt'

07:51, 27-03-2024 / Laatste Update: 09:35, 27-03-2024

Dat schaatsteam Jumbo-Visma leegloopt, is volgens Joep Wennemars alleen maar goed. De 21-jarige sprinter verlengde woensdag zijn contract bij de ploeg van Jac Orie en werkt nu in het geel-zwart toe naar de Olympische Spelen van 2026 in Milaan.

Ook Wennemars zag afgelopen weken de ene schaatser na de andere vertrekken bij zijn ploeg. Maar dat is niet slecht in zijn ogen. "We hadden 21 rijders. Iedereen kon het op zich goed met elkaar vinden, maar het is lastig om zo’n grote groep te managen. Het gevaar is dat er eilandjes ontstaan. Bij een kleinere groep moet je elkaar echt opzoeken en helpen, dat is goed voor het groepsproces", zegt Wennemars in gesprek met het AD.

Andere rol

Wennemars zag grote namen als Antoinette Rijpma-de Jong, Jorrit Bergsma, Dai Dai N'tab en Thomas Krol vertrekken of stoppen. Er is dus meer ruimte voor hem om zich door te ontwikkelen richting de Winterspelen.

"Rijders voelen onderling wel aan wie in trainingen het voortouw neemt, wie meer zeggenschap heeft", aldus Wennemars. "De afgelopen jaren hadden we grote kampioenen in het team, zij hadden de grootste stem, en zo hoort het ook. Ik was daardoor soms iets afwachtender. Maar ik denk dat ik vanaf nu één van de gasten ben naar wie gekeken wordt."

Ondanks het vertrek van grote namen, blijft er een prima ploeg over. Zeker op sprintvlak. Naast Wennemars staan ook Merijn Scheperkamp en Tijmen Snel onder contract bij Jumbo-Visma. Wennemars: "Ik wil ook graag een belangrijkere rol spelen. Het is een natuurlijk proces, en zoiets moet je ook gegund worden. Maar ik omarm de rol van belangrijke pion in de ploeg.”

Andere ploeg?

Wennemars geeft aan nooit aan een andere ploegen te hebben gedacht. "Ik zou gek zijn als ik zou denken dat ik ergens anders heen zou moeten. We zijn nog niet uitgekeken op elkaar. Veel mensen hadden niet het seizoen waarop ze hoopten. Of ze reden al iets langer minder goed. Maar mijn seizoen gaf geen reden tot zorg. Ik weet wat Jac wil doen om mij beter te maken, en heb daar alle vertrouwen in.”