Van oche tot big fish: alle dartstermen die je moet kennen
i

Getty Images

Van oche tot big fish: alle dartstermen die je moet kennen

Marcel Roes • 17:23, 15-12-2023 / Laatste Update: 20:40, 07-01-2024

Het WK darts 2024 begint vrijdag 15 december! Misschien volg je het darts nog niet zo lang en heb je geen flauw idee wat termen als oche en 'big fish' betekenen. Dat gaat nu veranderen!

Dit lijstje vertelt je alles wat je wil weten − en een hoop onzin die je meteen wil vergeten! Check hier het liveblog van Sportnieuws.nl over het WK darts in Londen.

9-darter: een negendarter, oftewel een perfecte leg, want het is niet mogelijk om een leg met minder dan 9 pijlen uit te gooien. Check deze epische beelden van een jonge Michael van Gerwen!

Arrow: Engels voor pijltje.

Barrel: het stukje van de dart vlak onder de metalen pijl. Darters houden hun pijl vast bij de barrel.

Big Fish: een checkout van 170, de hoogst mogelijke finish. Dat doe je via triple 20, triple 20 en bullseye.

Bouncer: een pijl die op de metalen draad van het bord stuit, daarna terugketst en op de grond valt.

Bucket of nails: een ton vol spijkers, daarin wil je niet belanden! Het betekent dat alle 3 pijlen in de 1 belanden.

Bull: wat de bullseye is weet je vast wel, maar de ring daaromheen heet de bull en is 25 punten waard. Bullseye heet in het Nederlands de roos.

Check hier het programma en het speelschema van het WK darts.

Bull-off: soms is het nodig om te bepalen wie als 1e mag gooien, bijvoorbeeld als op het WK een beslissende leg wordt gespeeld. Beide darters proberen de bull te raken. Wie het dichtst bij zit, mag beginnen. Dit heet een bull-off.

Bust: jezelf doodgooien. Stel dat je 10 moet uitgooien, maar je pijltje komt in de 20 terecht, dan heb je een 'bust'.

Checkout: Het uitgooien van een leg door de vereiste dubbel te raken. Sta je op 20 punten, dan moet je dus D10 gooien. Sta je op 40, moet je dus D20 gooien. Heet ook wel finish.

Darteritus: een aandoening waarbij een darter moeite heeft om zijn pijl op het juiste moment los te laten. Kan einde carrière betekenen. Berry van Peer had daar last van.

Devil: oei, de duivel! Dat is de triple 6, oftewel 666, het nummer van het beest.

Double: de buitenste ring van het bord. Komt je pijl in de dubbel, dan telt de score dus dubbel (D5 = 10 punten).

Double trouble: heb je 1 hele beurt om uit te gooien, maar mis je 3 dubbels op rij, dan is het een gevalletje double trouble.

Flight: het plastic dingetje aan het uiteinde van de pijl. Vaak zijn ze fraai bedrukt, met veel kleuren en de bijnaam van de darter. Zonder flight zou de dartpijl alle kanten op zwabberen.

Game on: dit zegt de mastercaller als de partij echt gaat beginnen. Het publiek moet dan even stil zijn. Daarna mag het natuurlijk weer lekker herrie maken.

Game shot: de winnende pijl!

Gemiddelde: 1 van de belangrijkste statistieken is het gemiddelde. Het gaat om de gemiddelde score per beurt, dus per 3 pijlen. Een vuistregel in de top is: onder de 100 is een tikje matig, boven de 100 is oke.

Happy Meal: een score van 69. bedenk zelf maar waarom dat happy meal heet.

Leg: een leg is vergelijkbaar met een game in tennis. Wie als 1e vanaf 501 uitkomt op 0 (met als laatste pijl een dubbel), heeft de leg gewonnen. Zie ook: set.

Madhouse: het gekkenhuis, dat is dubbel 1.

Marker: als een speler een bepaalde dubbel moet raken, maar de pijl boven dat vakje gooit, dan is dat een marker. Hij kan die mislukte pijl gebruiken als markeerpunt om het daarna wel goed te doen.

Match dart: als een speler de kans heeft om de partij te winnen, dan heet de poging om die laatste dubbel te raken de matchdart. Geldt ook voor legs, dus legdart.

Maximum: een score van 180. Hoger kan niet: 3 keer triple 20.

Oche: NIET BETREDEN! Darters moeten met hun voeten achter deze lijn of dit platform staan, zodat er voldoende afstand tot het bord is.

PDC: de belangrijkste darstbond. In de jaren 90 werd PDC opgericht als concurrent van de BDO, die inmiddels op sterven na dood is.

Popcorn: de pijltjes zitten elkaar in de weg, waardoor 1 van de flights eruit wordt getikt.

Robin Hood: 1 pijl boort zich vast in de shaft van 1 andere pijl.

Set: op het WK darts moet je 3 legs winnen om een set te winnen. Op veel andere toernooien wordt er alleen om legs gespeeld, niet om sets.

Shanghai: je gooit van 1 getal zowel de single, dubbel als triple.

Ton: een score van 100. Gooi je meer dan 100, dan is het een ton plus. Gooi je een triple 18 of 19 en kom je daardoor uit op bv 94, dan is het een baby ton.

Tops: het bovenste vakje van het bord, de dubbel 20.

Tungsten: in het Engels heet het materiaal waarvan een dartpijl is gemaakt tungsten, oftewel wolfraam. De dartssport wordt daarom ook wel tungsten genoemd.

Wegzetten: de beurt vlak voor de beurt waarin je gaat proberen te finishen. Voorbeeld: je staat op 240 en gooit 180. Dan houd je 60 over, een score die je kan finishen. Die 180 was dan je wegzetbeurt.

Wire: de metalen draad van het bord. Als je pijl net aan de verkeerde kant van de draad belandt, dan heet dat een wire.