Het is effe wennen, dat programma van de Olympische Spelen in Tokio. Hoewel het toernooi pas in 2020 wordt afgewerkt, zijn de zwemmers nú al aan het trainen op het vernieuwde schema. De opzet: aan het eind van de middag de series, de volgende ochtend de finales.
"Fysiek maakt het niets uit, want ieders lichaam is in topvorm en klaar om te presteren'', aldus hoofdcoach Marcel Wouda van de Nederlandse zwemploeg. "Maar hoe beleef je het? We zijn hier op zoek naar individuele aandachtspunten en lessen voor volgend jaar."
Vooralsnog zijn er nog flink wat verbeterpunten. De tijden die in de 1e ochtendfinales in het Haagse Hofbad waren gezwommen, waren niet zo goed als de tijden die een dag eerder werden neergezet in de series. Wouda: "Dat zou scorebordjournalistiek zijn, ik bekijk het over het hele toernooi.'' Alleen Ranomi Kromowidjojo was was iets sneller dan in de series. Toppers als Arno Kamminga, Kira Toussaint en Femke Heemskerk waren allen langzamer dan donderdagavond.
"Dat heeft denk ik vooral met de beleving van de dag te maken'', zegt Toussaint. "Normaal zwem je 's ochtends de series, dan kijk je de race terug en schrijf je wat dingen op die je wil verbeteren. Dan ga je even rusten en voer je 's avonds je nieuwe plan uit. Nu zit er een hele nachtrust tussen. Het klinkt misschien stom, maar de beleving is nu anders. Daar moet je aan wennen."
Niet snoozen
De wekker van Kira Toussaint ging dit keer om kwart over 7 af, ruim een uur eerder dan normaal. Kromowidjojo's wekker sloeg om klokslag half 8, net zoals altijd. "Maar ik was wel wat alerter dan normaal. Meteen opstaan, gelijk de gordijnen opentrekken, een extra bakkie koffie nemen. Alles om te zorgen dat het lichaam goed wakker wordt."